OPMERKING:
aangegeven op de systeemkaart (zie "Systeemkaartcomponenten" op
pagina 154).
De aanbevolen geheugenconfiguraties zijn:
–
Een overeenkomstig paar geheugenmodules geïnstalleerd in DIMM-
connectoren 1 en 2
of
–
Een overeenkomstig paar geheugenmodules geïnstalleerd in DIMM-
connectoren 1 en 2 en nog een overeenkomstig paar geïnstalleerd in
DIMM-connectoren 3 en 4
•
Wanneer u gemengde paren geheugen installeert, functioneren de
modules op de snelheid van de minst snelle module.
•
Installeer één geheugenmodule in DIMM-connector 1 (zie
"Systeemkaartcomponenten" op pagina 154) voordat u modules in de
andere connectoren installeert.
•
Gebruik bij het installeren van geheugenmodules ECC en niet-ECC
geheugen niet door elkaar.
164
Onderdelen toevoegen en vervangen
Installeer geheugenmodules altijd in de volgorde die wordt