11 Steek de stekkers van de computer en de apparaten in het stopcontact en
zet ze aan.
Raadpleeg de documentatie die bij de schijf is geleverd voor instructies
voor het installeren van eventueel vereiste software voor de werking van
het station.
12 Als u zojuist de primaire schijf hebt geïnstalleerd, plaatst u een opstartbare
diskette in station A.
13 Zet de computer aan.
14 Open System Setup (zie "System Setup openen" op pagina 81) en werk de
juiste optie voor Primary Drive (primair station) bij (0 of 1).
15 Sluit System Setup af en start de computer opnieuw op.
16 Partitioneer de schijf en formatteer deze logisch voordat u naar de
volgende stap gaat.
Raadpleeg de documentatie bij uw besturingssysteem werd geleverd voor
instructies.
17 Test de vaste schijf door Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit te voeren
(zie "Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)" op pagina 112).
18 Als u zojuist de primaire schijf hebt geïnstalleerd, installeert u het
besturingssysteem daarop.
Een optionele derde vaste schijf verwijderen (towercomputer)
1 Als u een vaste schijf gaat vervangen met gegevens die u wilt bewaren,
moet u een reservekopie van uw bestanden maken voordat u met deze
procedure begint.
2 Volg de procedures in "Voordat u begint" op pagina 149.
3 Verwijder de computerkap (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 151).
4 Verwijder het frontpaneel (zie "Het frontpaneel verwijderen" op pagina 160).
5 Koppel de voedingskabel los van de achterkant van de vaste schijf en van
de voeding.
6 Als u een SATA-schijf verwijdert, koppelt u de seriële ATA-kabel los van de
achterkant van de schijf en van de SATA-connector op de systeemkaart.
204
Onderdelen toevoegen en vervangen