2. ontvangst van het sYsteeM
Controleer het systeem onmiddellijk na ontvangst. Controleer de intac-
te staat van de machine en al haar onderdelen en controleer dat er geen
sprake is van vervormingen door stoten. Alle op het vervoersdocument
aangegeven onderdelen moeten geïnspecteerd en gecontroleerd wor-
den.
Als er bij ontvangst van de machine schade wordt vastgesteld, mag het
beschadigde materiaal niet verwijderd worden, moet de schade on-
middellijk schriftelijk gemeld worden aan het vervoersbedrijf en moet
de inspectie van het systeem worden gevraagd; repareer niet tot na de
uitvoering van de inspectie door de vertegenwoordiger van het ver-
voersbedrijf.
Meld de schade onmiddellijk aan de vertegenwoordiger van de fabri-
kant; maak een serie foto's die nuttig zijn voor de bepaling van de aan-
sprakelijkheid. De retourzending van de apparatuur wordt bedoeld als
ex-fabriek Daikin Applied Europe S.p.A.
Daikin Applied Europe S.p.A. weigert alle aansprakelijkheid voor scha-
de ontstaan tijdens het vervoer van de machine naar de plaats van be-
stemming.
Gebruik bij de hantering van het systeem uiterste voorzichtigheid om
beschadiging van de onderdelen te voorkomen. Controleer vooraf-
gaand aan de installatie van het systeem of het model en de voedings-
spanning aangegeven op het typeplaatje correct zijn. De aansprakelijk-
heid voor schade na de aanvaarding van het systeem kan niet op de
fabrikant worden verhaald.
3. oPsLag
Wanneer het systeem voorafgaand aan de installatie moet worden op-
geslagen, moeten enkele voorzorgsmaatregelen in acht worden geno-
men:
verwijder niet de beschermende plastic folie;
■
bescherm het systeem tegen stof, weersomstandigheden en
■
eventuele knaagdieren;
stel het systeem niet bloot aan direct zonlicht;
■
gebruik in de nabijheid van de machine geen warmtebronnen en/
■
of open vuur.
Het systeem is bedekt met krimpfolie die echter niet is bedoeld voor
een langdurige opslag en verwijderd moet worden en vervangen door
dekzeilen of iets dergelijks, beter geschikt voor langere periodes.
De omgevingsomstandigheden moeten binnen de volgende limieten
vallen:
Minimale omgevingstemperatuur: -20°C
■
Maximale omgevingstemperatuur: +48°C
■
Maximale relatieve vochtigheid:
■
Opslag bij een temperatuur onder de minimumwaarde of boven de
maximumwaarde kan de onderdelen beschadigen. Opslag in een
vochtige omgeving kan leiden tot beschadiging van de elektrische on-
derdelen.
EWYT~CZ / EWAT~CZ
95% zonder condens
4. MeChanIsChe InstaLLatIe
4.1. Veiligheid
Voorafgaand aan de installatie en inbedrijfstelling van de machine moe-
ten de bij deze handelingen betrokken personen de voor deze taken
noodzakelijke informatie hebben ingewonnen en moeten ze alle in deze
handleiding beschikbare informatie hebben verworven. Met name:
het systeem moet stevig op de grond verankerd worden wanneer
■
het niet verplaatst moet worden;
Het systeem mag alleen geheven worden met gebruik van de met
■
plaatjes aangegeven hefpunten op het onderstel.
bescherm het betrokken personeel altijd met persoonlijke be-
■
schermingsmiddelen noodzakelijk voor de uit te voeren werk-
zaamheden. Meestal moeten als beschermingsmiddelen een
helm, een veiligheidsbril, beschermende handschoenen, oorkap-
pen en veiligheidsschoenen worden gebruikt. Verdere persoonlij-
ke en gemeenschappelijke beschermingsmiddelen moeten wor-
den toegepast op basis van een adequate analyse van de
gebiedsspecifieke risico's, afhankelijk van de uit te voeren werk-
zaamheden.
4.2. Hanteren en opheffen
Vermijd tijdens het laden/lossen van het systeem en zijn verplaatsing
stoten en schokken. Duw of trek het systeem uitsluitend met behulp
van het onderstel. Het systeem moet op het vervoersmiddel worden
bevestigd om bewegingen en dus beschadiging te voorkomen. Zorg
ervoor dat geen enkel deel van het systeem valt tijdens het laden/los-
sen en het vervoer.
Aanwijzingen voor heffen:
Apparatuur, touwen, hijs- en hefgereedschappen en hanteringspro-
cedures moeten voldoen aan de geldende lokale wet- en regelgeving.
Gebruik bij het heffen van de machine alleen de gaten in het frame die
in de afbeelding zijn aangegeven. Gebruik alleen hijshaken die ver-
grendeld kunnen worden. De haken moeten veilig worden vastge-
maakt alvorens de eenheid wordt geheven.
De touwen en de haken moeten de juiste capaciteit voor de lading
hebben. Zie het plaatje op de machine voor het gewicht van de speci-
fieke machine.
Hefkabels moeten de minimale lengte hebben die in het schema
wordt vermeld. Alle systemen van de serie zijn voorzien van door pla-
tjes aangegeven hefpunten. Voor het heffen van het systeem mogen
alleen deze hefpunten worden gebruikt; zie de onderstaande afbeel-
dingen.
De installateur is verantwoordelijk voor de selectie van de correcte hef-
middelen en het correcte gebruik ervan.
Als alternatief kan de machine met een vorkheftruck worden geplaatst,
zoals in de afbeelding weergegeven. Zorg er bij het heffen van de ma-
chine voor dat hij goed waterpas staat, zodat hij niet kan kantelen.
4.2.1. Het heffen van het MONO-systeem
De machine moet langzaam omhoog worden gehesen en goed hori-
zontaal blijven. Gebruik altijd beschermingsvoorzieningen om schade
aan de band te voorkomen, en let op de positie van het zwaartepunt
van het apparaat. Verstel, indien nodig, de hefapparatuur om te zorgen
dat de machine waterpas staat.
Zowel de enkele als dubbele systemen kunnen met behulp van de ga-
ten in het onderstel worden gehesen door middel van:
• hijsbanden
• vorkheftruck, als de afmetingen van de vorken dit toestaan.
N.B.: Volg de aanwijzingen voor heffen zoals aangegeven op het identi-
ficatieplaatje aangebracht op het schakelbord.
D-EIMHP01405-21_02NL
7