Onderhoud - ZOLL AutoPulse 100 Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor AutoPulse 100:
- Gebruikershandleiding (92 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (4 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (50 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
4.4
Onderhoud
Het AutoPulse-systeem heeft geen onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden en het
systeem hoeft niet regelmatig onderhouden te worden. Er zijn geen onderdelen die gekalibreerd moeten
worden. Gebruikers moeten het AutoPulse-systeem periodiek inspecteren om na te gaan of het systeem
goed werkt. In geval van reparaties of servicewerkzaamheden dient u contact op te nemen met ZOLL
op telefoonnummer 800.348.9011 (gratis nummer in de VS) of +1.978.421.9655.
Inspecteer het AutoPulse-systeem, zoals hieronder beschreven, en voer de aanbevolen handelingen
uit wanneer deze nodig zijn. Telkens wanneer het platform wordt aangezet, voert het een zelftest uit.
De zelftest dient om een aantal interne systeemzelfcontroles uit te voeren op de onderdelen van het
platform; dit vindt geheel en al automatisch plaats. Een aanbevolen dagelijkse controlelijst voor de
AutoPulse is opgenomen in bijlage A.
1.
Inspecteer het platform op fysieke beschadiging, zoals barsten, scheuren en ontbrekende of gebroken
delen. Neem zo nodig contact op met ZOLL.
2.
Verwijder de batterij uit het platform.
3.
Inspecteer het batterijvak op vreemde stoffen; zorg dat het batterijvak gereed is voor het inbrengen
van een batterij. Verwijder vreemde stoffen en vuil.
4.
Controleer de ventilatieopeningen op de onderkant van het platform en zorg dat de lucht vrijelijk
kan stromen. Verwijder vreemde stoffen die of vuil dat de luchtstroming kunnen (kan) blokkeren.
5.
Controleer de opening van de as waarin de riemclip wordt ingebracht, op vreemde stoffen. Reinig
de opening met een spuitbus met perslucht. Er mogen geen gereedschappen of andere voorwerpen
in de opening worden gestoken.
6.
Telkens na gebruik, of ten minste eens in de 24 uur, moet roulatie van de batterijen plaatsvinden.
Pas de methode voor roulatie met drie batterijen of de methode voor roulatie met vier batterijen toe,
als volgt:
•
Roulatie met drie batterijen: Plaats de in stap 2 uit het platform verwijderde batterij in de
batterijlader om hem op te laden. Controleer of er groene ledjes branden bij de reservebatterij
en plaats deze vervolgens in het platform. Verwijder een volledig opgeladen batterij uit de
batterijlader en gebruik deze als reservebatterij.
•
Roulatie met vier batterijen: Plaats de in stap 2 uit het platform verwijderde batterij in de
batterijlader om hem op te laden. Verwijder de reservebatterij en plaats deze in de batterijlader.
Verwijder twee volledig opgeladen batterijen uit de batterijlader, controleer bij elke batterij of
er groene ledjes branden en plaats vervolgens een van deze batterijen in het platform en gebruik
de andere als reservebatterij.
7.
Dagelijks een AutoPulse-zelftest uitvoeren:
1.
Zorg dat er een LifeBand is geïnstalleerd.
2.
Zorg dat er een volledig opgeladen batterij is geplaatst en zet het platform aan.
Pagina 4-4
Gebruikershandleiding voor de
Advertenties
Inhoudsopgave
