Inhoudsopgave
Advertenties
De afgelegde route vastleggen
Kaartgegevens ©2016 ZENRIN
Wanneer [GPS] is ingesteld op [Modus 1], blijft de GPS-logfunctie actief,
zelfs wanneer de aan-uitschakelaar op <2> staat.
Als [Modus 2] is ingesteld en u de aan-uitschakelaar op <2> set,
wordt ook de GPS-logfunctie uitgeschakeld. De GPS-logfunctie blijft
echter actief na automatische uitschakeling.
238
Bij gebruik van de GPS-logfunctie wordt
de geotaginformatie van de route die de
camera aflegt automatisch opgeslagen
in het interne geheugen van de camera.
Met Map Utility (EOS-software,
pag. 596), kunt u de opnamelocaties en
de afgelegde route bekijken op een kaart
op een computer.
Controleer de instelling [GPS].
1
Controleer of [GPS] is ingesteld op
[Modus 1] of [Modus 2].
Selecteer [GPS-logger].
2
Stel [GPS-pos. loggen] in op
3
[Inschakelen].
Selecteer [GPS-pos. loggen] en druk
op <0>.
Selecteer [Inschakelen] en druk
vervolgens op <0>.
Op het LCD-paneel wordt [x]
weergegeven.
Advertenties
Inhoudsopgave
