Stuurwielverstelling
F Zorg dat de auto stilstaat en duw
de hendel omlaag om het stuurwiel te
ontgrendelen.
F Verstel het stuurwiel in hoogte en diepte
voor een optimale zithouding.
F Trek aan de hendel om het stuurwiel te
vergrendelen.
Voer deze handelingen om
veiligheidsredenen uitsluitend uit bij
stilstaande auto.
Spiegels
Buitenspiegels
Afstellen
F Beweeg de schakelaar A of draai de
schakelaar C (afhankelijk van de uitvoering)
naar rechts of links om de desbetreffende
buitenspiegel te selecteren.
F Beweeg de schakelaar B of C (afhankelijk
van de uitvoering) in de vier richtingen om
de spiegel af te stellen.
F Zet de schakelaar A of C (afhankelijk van de
uitvoering) weer in de middelste stand.
Ergonomie en comfort
Stel om veiligheidsredenen de
buitenspiegels goed af om de "dode hoek"
zo klein mogelijk te maken.
De waargenomen objecten in de
buitenspiegels lijken verder af dan ze in
werkelijkheid zijn.
Hiermee moet rekening worden
gehouden om de afstand ten opzichte
van achteropkomend verkeer goed in te
schatten.
Handmatig inklappen
U kunt de spiegels handmatig inklappen
(parkeren, smalle garage enz.)
F Kantel de spiegel naar de auto.
Elektrisch inklappen
Bij stilstaande auto en aangezet contact
kunnen de buitenspiegels van binnenuit
elektrisch worden ingeklapt:
F Zet de schakelaar A in de
middelste stand.
F Trek de schakelaar A naar
achteren.
Vergrendel om de spiegels van buitenaf in te
klappen de auto met de afstandsbediening of
de sleutel.
3
53