HANDSFREE KAART: gebruik
4
Bijzonderheden met betrekking tot het
vergrendelen (vervolg)
Als de auto is uitgerust met een kaart en als
deze gedurende ongeveer 15 minuten in de
detectiezone is geweest, is vergrendelen op
afstand uitgeschakeld.
De vergrendeling van het voertuig kan enkel
gebeuren indien er zich een card in de zone
bevindt 4.
Als de auto is ontgrendeld met een druk op
de kaartknop maar de portieren of de ach-
terklep niet opengaan, is de handsfree ver-
grendeling op afstand uitgeschakeld.
(3/4)
5
Gebruik van de card met
afstandsbediening
Ontgrendelen met behulp van de card
Druk op de knop 5.
Het ontgrendelen wordt aangeduid met één
keer knipperen van de alarmknipperlichten
en de knipperlichten.
Vergrendelen met de kaart
Met de portieren en de bagageruimte geslo-
ten, druk op de knop 6: de auto wordt ver-
grendeld.
De knipperlichten en de alarmknipperlichten
knipperen twee keer om aan te duiden dat
de portieren vergrendeld zijn.
6
NB: de maximale afstand waarop de auto
vergrendeld wordt, hangt af van de omge-
ving.
Bijzonderheden
Als een portier of de bagageruimte open
of niet goed gesloten is, kan de auto niet
worden vergrendeld. De auto wordt snel ver-
grendeld/ontgrendeld, zonder dat de alarm-
knipperlichten en zijknipperlichten knippe-
ren.
Als de motor draait werken de knoppen
van de card niet.
1.11