SNELHEIDSREGELAAR
1
Inschakelen
Druk op schakelaar 1 aan
.
Het waarschuwingslampje
en het bericht "Regelaar" verschijnt met
streepjes die aangeven dat de cruise con-
trol-functie is ingeschakeld en klaar om een
kruissnelheid op te slaan.
2.60
(2/4)
Instellen van de snelheid
Rijdend tegen een constante snelheid (vanaf
ongeveer 30 km/u) drukt u op de schake-
laar 2, aan zijde a (+): de functie wordt inge-
schakeld en de huidige snelheid wordt op-
geslagen.
De ingestelde snelheid vervangt de streep-
jes en de instelling van de functie wordt
bevestigd doordat de ingestelde snelheid
in het groen wordt getoond, de boodschap
"Regelaar" verschijnt en het controlelampje
oplicht.
Als u de functie probeert in te schakelen
wanneer u minder dan 30 km/u rijdt, ver-
schijnt het bericht "Snelh. ongeldig" en blijft
de functie uitgeschakeld.
wordt groen
a
2
Het rijden
Als er een kruissnelheid is opgeslagen en de
regeling ingeschakeld is, kunt u uw voet van
het gaspedaal nemen.
Let op: het is ten zeerste aan-
geraden om de voeten dicht bij
de pedalen te houden om te
kunnen ingrijpen bij noodsitu-
aties.