Groepsconfiguratie
De opties voor groepsconfiguratie worden in de onderstaande tabel getoond.
Tabel 42: Groepconfiguratieopties
Optie
Algemene config.
Groep config.
Zone Configuratie.
Test/Uitges. t_out.
Overzicht groepen
Het maximum aantal beschikbare groepen is 512 (voor alle centrales).
Het nummerbereik voor de groep is 01 tot 9999.
Opmerking:
Voor compatibiliteit van de 2010-2GUI-toepassing moeten de
toegewezen groepsnummers in het bereik 1 t/m 4.095 liggen (groepen met
hogere nummers worden genegeerd).
Groepen in netwerkcentrales worden beschouwd als globaal. Indien twee
netwerkcentrales elk bijvoorbeeld Groep 5 bevatten, worden zij gegroepeerd tot
één Groep 5-configuratie binnen het netwerk.
Externe groepen
De centrale beschouwt tevens een extra groep met de benaming remote (REMT)
die alle groepen in het systeem omspant als buiten het bereik van groepen voor
de centrale. De virtuele groep kan net als elke andere groep in het systeem
worden geconfigureerd en het is belangrijk om de activeringsvereisten van de
uitgangsgroep te definiëren wanneer het paneel externe alarmen ontvangt.
Lus melders toewijzen aan groepen
Maak groepen door groep nummers toe te wijzen aan lus melders.
Ga als volgt te werk om een groep nummer toe te wijzen aan een
lus melder:
1. Selecteer Installatie setup in het hoofdmenu.
2. Selecteer Lus melder config.
3. Selecteer de overeenkomstige lus en melder.
4. Wijs een groepsnummer toe aan de melder.
2X Series Installatiehandleiding
Beschrijving
Configureert de eerste groep, de eerste groep voor een
groep-LED-indicator (als een optionele groepsindicatorkaart
geïnstalleerd is), het maximum aantal groepen die getest worden en het
aantal globale groepen.
Configureert extra groepsinstellingen, zoals type groep (normaal of
bevestigd met bijbehorende parameters), gebied, CIT- en
ACT-vertragingen, uitgeschakeld of ingeschakeld, bedieningsmode, enz.
Configureert zones. Een zone is reeks groepen die voor
alarmbevestiging worden gebruikt.
Configureert de groepstest of schakelt de time-outperiode uit.
Zie "Groepstest en time-out voor uitschakeling" op pagina 45 voor meer
informatie.
Hoofdstuk 3: Configuratie en inbedrijfstelling
91