Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

CITROEN C5 X Instructieboekje pagina 136

Inhoudsopgave

Advertenties

Rijden
Dit systeem detecteert voertuigen zoals
auto's, vrachtwagens en motoren in de dode
hoeken van de auto of andere gebieden die de
bestuurder niet zien.
In de buitenspiegel aan de zijde waar dat voertuig
zich bevindt, brandt dan een waarschuwingslampje:
– permanent, meteen wanneer een ander voertuig
zich in de dode hoek bevindt of op een naastgelegen
rijstrook nadert.
– knipperend, na ongeveer 1 seconde wanneer de
richtingaanwijzer wordt gebruikt.
Inschakelen/uitschakelen
Dit kan worden ingesteld in de app
ADAS van het touchscreen.
Wanneer de auto wordt gestart, gaat er in elke
spiegel een waarschuwingslampje branden om aan
te geven dat het systeem is geactiveerd.
De status van het systeem wordt opgeslagen bij het
afzetten van het contact.
Het systeem wordt automatisch
uitgeschakeld als u een aanhanger trekt met
een door CITROËN goedgekeurde trekhaak.
134
Werkingsvoorwaarden
– Alle voertuigen rijden in dezelfde richting op
aangrenzende rijstroken.
– Wanneer u een voertuig inhaalt en het verschil in
snelheid minder dan 15 km/h is.
– Het verkeer stroomt vloeiend door.
– De inhaalmanoeuvre duurt langer dan normaal
en het ingehaalde voertuig blijft zich ophouden in de
dode hoek.
Werkingslimieten
In de volgende gevallen wordt er geen
waarschuwing gegeven:
– Wanneer stilstaande objecten (zoals geparkeerde
auto's, vangrails, lantaarnpalen) aanwezig zijn.
– Bij tegemoetkomende voertuigen.
– Als de achterbumper van de auto is beschadigd.
Het kan gebeuren dat waarschuwingen niet,
te laat of op het verkeerde moment worden
gegeven.
Ondanks de aanwezigheid van dit systeem moet
de bestuurder altijd goed opletten. Kijk altijd goed
in de spiegels en kijk over uw schouder voordat u
naar een andere rijstrook gaat, om een aanrijding
te voorkomen.
Neem contact op met een dealer of een
gekwalificeerde werkplaats voordat de
achterbumper wordt gespoten of de lak ervan
wordt bijgewerkt. Bepaalde laksoorten kunnen de
werking van de radars beïnvloeden.
Storing
Bij een storing gaat dit waarschuwingslampje
op het instrumentenpaneel gaat branden en
wordt er een melding weergegeven.
Laat het systeem door een CITROËN-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats controleren.
De werking van het systeem kan tijdelijk
worden belemmerd door bepaalde
weersomstandigheden (zoals zware regenval,
hagel of extreme temperatuurschommelingen).
Vooral het rijden op een nat wegdek of het
van een droog wegdek op een nat wegdek
terechtkomen kan tot een vals alarm leiden (zo
kan een wolk waterdruppels in de dode hoek
worden aangezien voor een voertuig).
Let er bij slecht weer en in de winter altijd op
dat de sensoren niet met modder, sneeuw of ijs
bedekt zijn.
Plak geen stickers of andere zaken op het
gedeelte van de buitenspiegels waar de
controlelampjes zitten of op de detectiezones op
de achterbumper, omdat de dodehoekbewaking
dan mogelijk niet goed werkt.
Parkeerhulp
Raadpleeg de algemene adviezen over
het gebruik van de rij- en
parkeerhulpsystemen voor meer informatie.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave