Functies van instrumenten en bedieningselementen
Aanduiding ingeschakelde versnelling
1
3
1. Vrijstandcontrolelampje "
2. Aanduiding ingeschakelde versnelling
Deze aanduiding geeft aan welke versnel-
ling is ingeschakeld. De vrijstand wordt
aangegeven
vrijstandcontrolelampje "
Rijmodusweergave
1. Rijmodusweergave
Deze weergave geeft aan welke rijmodus is
geselecteerd: Toermodus "T" of sportmo-
dus "S". Zie pagina 3-22 en 3-24 voor meer
informatie over de modi en hoe u deze kunt
selecteren.
2
GEAR
N
A.TEMP
˚C
25
C.TEMP
˚C
Lo
TIME TRIP
0:06
"
door "
"
en
door
".
1
Functieweergave
1. Functieweergave
1
het
5
1. Afstelling handvatverwarming
2. Selectie informatieweergave
3. Afstelling kuipruit
4. Afstelling veerdemping
GEAR
N
5. Afstelling voorspanning
A.TEMP
Druk op de schakelaar "MENU" om de
C.TEMP
weergave te schakelen tussen de volgende
functies. De weergave verandert telkens
wanneer u op de schakelaar drukt.
Afstelling handvatverwarming
Selectie informatieweergave
Afstelling kuipruit
Afstelling veerdemping
Afstelling voorspanning
OPMERKING
De afstelfunctie voor de voorspanning
wordt alleen weergegeven wanneer de ma-
chine stilstaat met draaiende motor.
3-12
1
GEAR
N
A.TEMP
˚C
25
C.TEMP
˚C
Lo
TIME TRIP
0:06
2
3
4