5
Rijden
Gedrag in noodsituaties
In een noodgeval kunnen alle functies van het
transportwerktuig worden uitgeschakeld.
– Hiertoe moet de accustekker (7) worden
losgekoppeld. Het transportwerktuig remt
af.
LET OP
Deze veiligheidsinrichting mag alleen in geval van
nood worden gebruikt.
OPMERKING
Voor het opnieuw in bedrijf te stellen, moet
eerst de accustekker weer worden aangeslo-
ten en daarna de bestuurderscode opnieuw
worden ingevoerd.
Verschillende rijfuncties
Het transportwerktuig heeft de volgende rij-
functies:
• Rijden, meerijbedrijf, zie ⇒ Deel "Rijden,
staand meerijdend", blz. 5-61
• Rijden, meeloopbedrijf met cockpit,
langzaam rijden met rijschakelaar, zie
⇒ Deel "Meelopend bedienen via de cock-
pit, kruipgang vooruit met behulp van de
rijschakelaars", blz. 5-63
• Rijden, meeloopbedrijf drukknop (extra uit-
rusting), zie ⇒ Deel "Meelopend bedienen
via knoppen op rugleuning", blz. 5-65
60
4 401 013 [NL]
Gebruik
7
8
1050_003-004