Kamerthermostaat (EKRTWA, EKRTR1)
U
kunt
een
optionele
kamerthermostaat
EKCB07CAV3 aansluiten. Deze thermostaat kan met draad zijn
(EKRTWA) of draadloos (EKRTR1).
Voor installatie-instructies, zie de installatiehandleiding van de
kamerthermostaat en het bijlageboek voor optionele uitrustingen.
Afstandsensor voor draadloze thermostaat (EKRTETS)
U kunt een draadloze binnentemperatuursensor (EKRTETS) alleen
in combinatie met de draadloze thermostaat (EKRTR1) gebruiken.
Voor installatie-instructies, zie de installatiehandleiding van de
kamerthermostaat en het bijlageboek voor optionele uitrustingen.
PC-configurator (EKPCCAB)
De PC-kabel maakt een verbinding tussen de schakelkast van de
buitenunit (of deze van de regelkast EKCB07CAV3) en een PC. Hij
biedt de mogelijkheid verschillende taalbestanden te uploaden naar
de gebruikersinterface en parameters naar de buitenunit. Voor de
beschikbare taalbestanden, neem contact op met uw lokale dealer.
De software en bijhorende gebruiksaanwijzingen zijn beschikbaar op
http://www.daikineurope.com/support-and-manuals/software-
downloads/.
Voor installatie-instructies, zie de installatiehandleiding van de PC-
kabel, hoofdstuk
"8 Configuratie" op pagina 49
voor optionele uitrustingen.
4.3.4
Mogelijke opties voor de optiekast
Afstandbinnensensor (KRCS01-1)
Standaard wordt de inwendige gebruikersinterfacesensor als
kamertemperatuursensor gebruikt.
Optioneel kan de afstandbinnensensor geplaatst worden om de
kamertemperatuur vanuit een andere plaats te meten.
De
afstandbinnensensor
is
EK2CB07CAV3.
Voor
installatiehandleiding
van
de
bijlageboek voor optionele uitrustingen.
INFORMATIE
▪ De afstandbinnensensor kan alleen gebruikt worden
wanneer
de
kamerthermostaatfunctie geconfigureerd is.
▪ U kunt alleen hetzij de afstandbinnensensor, hetzij de
afstandbuitensensor aansluiten.
5
Richtlijnen met betrekking tot
mogelijke toepassingen
5.1
Overzicht: Richtlijnen met
betrekking tot mogelijke
toepassingen
Deze richtlijnen bieden een overzicht van de mogelijkheden van het
Daikin-warmtepompsysteem.
EWAQ+EWYQ006+008BAVP + EK(2)CB07CAV3 +
EKMBUHCA3V3+9W1
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen en compacte lucht-water
warmtepompen
4P492901-1 – 2017.06
5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
op
de
regelkast
en het bijlageboek
aangesloten
op
optiekast
installatie-instructies,
zie
afstandbinnensensor
en
gebruikersinterface
met
OPMERKING
▪ De afbeeldingen in deze richtlijnen zijn alleen ter
informatie bedoeld en mogen NIET als dusdanig als
gedetailleerde hydraulische schema's of grafieken
gebruikt
maatvoeringen en het gedetailleerd hydraulisch in
evenwicht brengen worden hier NIET getoond; deze
maken deel uit van de verantwoordelijkheden van de
installateur.
▪ Voor meer informatie over de configuratie-instellingen
om de werking van de warmtepomp te optimaliseren,
zie
"8 Configuratie" op
Dit hoofdstuk bevat richtlijnen met betrekking tot mogelijke
toepassingen voor:
▪ Het ruimteverwarming/koelingsysteem in/opstellen
▪ Een extra warmtebron voor ruimteverwarming in/opstellen
▪ De energiemeting instellen
▪ Het energieverbruik instellen
▪ Een externe temperatuursensor opstellen
5.2
Het ruimteverwarmings-/
koelingsysteem in/opstellen
Het warmtepompsysteem levert aanvoerwater aan warmteafgevers
in een of meerdere kamers.
Omdat het systeem de mogelijkheid biedt om de temperatuur in elke
kamer zeer soepel te regelen, is het nodig dat u eerst de volgende
vragen beantwoordt:
▪ Hoeveel kamers worden er verwarmd of gekoeld door het Daikin-
warmtepompsysteem?
▪ Welke soorten warmteafgevers gebruikt u in elke kamer en
hoeveel
bedraagt
de
ontworpen werden?
het
Eens de vereisten inzake ruimteverwarming/koeling duidelijk zijn,
adviseert Daikin onderstaande in/opstellingsrichtlijnen te volgen.
OPMERKING
de
Indien een uitwendige kamerthermostaat wordt gebruikt,
zal de uitwendige kamerthermostaat de vorstbescherming
kamer bedienen. De vorstbescherming kamer is echter
alleen
mogelijk
aanvoerwatertemperatuur op de gebruikersinterface van
de unit is INgeschakeld.
INFORMATIE
Wanneer een uitwendige kamerthermostaat wordt gebruikt
en Vorstbescherming kamer dient in alle omstandigheden
gegarandeerd te zijn, dan moet u de automatische
noodstop [A.6.C] op 1 zetten.
5.2.1
Een enkele kamer
worden.
De
gedetailleerde
pagina 49.
hun
aanvoertemperatuur
als
de
regeling
Uitgebreide handleiding voor de installateur
hydraulische
waarvoor
zij
van
de
13