Controle van afstelling van de schrapers
(binnenste trommels)
Om verstoppingen in de toevoer te voorkomen moeten
de schrapers (A) zich zo dicht mogelijk bij de trommels
van het opvoerkanaal bevinden. De schrapers mogen de
trommels iets raken.
Draai de bouten (B) en (C) los om de afstrijker (A) in te
stellen.
OPMERKING: Bout (C) bevindt zich onder de machine.
Houd schraper (A) zo dicht mogelijk bij de trommel van
het opvoerkanaal.
Zet bouten (B) en (C) weer vast.
A—Schrapers
B—Bout
Controle van de afstelling van de schrapers
(buitenste trommels)
Om verstoppingen in de toevoer te voorkomen moeten
de schrapers (A) zich zo dicht mogelijk bij de trommels
van het opvoerkanaal bevinden. De schrapers mogen de
trommels iets raken.
Draai de bouten (B) los om de afstrijker (A) af te stellen.
OPMERKING: Bouten (B) bevinden zich onder
de machine.
Houd schraper (A) zo dicht mogelijk bij de trommel van
het opvoerkanaal.
BELANGRIJK: Verwijder vuil en gewasmateriaal
uit de ruimte achter schraper (A).
Draai bouten (B) weer vast.
A—Schrapers
Onderhoud
C—Bout
B—Bouten
55-6
Achteraanzicht
Onderaanzicht
KM00321,0000738 -18-24JAN18-1/1
KM00321,0000739 -18-24JAN18-1/1
110620
PN=73