Voordelen
▪ Comfort.
▪ De
slimme
kamerthermostaatfunctie
aanvoerwatertemperatuur verhogen of verlagen op basis van
de werkelijke kamertemperatuur (aanpassing).
▪ De combinatie van de twee warmteafgiftesystemen biedt het
excellent verwarmingscomfort voor de vloerverwarming en
tevens
het
excellent
warmtepompconvectoren.
▪ Efficiëntie.
▪ Afhankelijk van de vraag zal de binnenunit verschillende
aanvoerwatertemperaturen leveren om aan de gewenste
temperatuur van de verschillende warmteafgevers te voldoen.
▪ Vloerverwarming levert de beste prestaties met Altherma LT.
5.3
Een extra warmtebron voor
ruimteverwarming in/opstellen
▪ Ruimteverwarming kan worden geleverd door:
▪ De binnenunit
▪ Een op het systeem aangesloten extra (ter plaatse te
voorziene) ketel
▪ Als de kamerthermostaat om verwarming vraagt, zal de binnenunit
of de extra ketel beginnen te werken in functie van de
buitentemperatuur (status van de omschakeling naar een externe
warmtebron). Als de extra ketel de toelating krijgt, wordt de
ruimteverwarming door de binnenunit UIT-geschakeld.
▪ Een bivalente werking is alleen mogelijk voor ruimteverwarming,
NIET om warm tapwater te produceren. Het warm tapwater wordt
altijd door de op de binnenunit aangesloten warmtapwatertank
geproduceerd.
INFORMATIE
▪ Tijdens het verwarmen via de warmtepomp zal de
warmtepomp werken om de gewenste temperatuur te
bereiken die via de gebruikersinterface werd ingesteld.
Wanneer de weersafhankelijke werking is geactiveerd,
wordt de watertemperatuur automatisch bepaald op
basis van de buitentemperatuur.
▪ Tijdens het verwarmen via de extra ketel zal de extra
ketel werken om de gewenste watertemperatuur te
bereiken die via de bediening van de extra ketel werd
ingesteld.
Opstelling
▪ Integreer de extra ketel als volgt:
ERLQ004~008CA + EHVH/X04+08S18+26CB
Daikin Altherma – Lage-temperatuur-Split
4P384973-1D – 2018.07
5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
kan
de
gewenste
koelcomfort
van
de
a
b c d e
g
f
M
f
n
m
a
Buitenunit
b
Binnenunit
c
Warmtewisselaar
d
Back-upverwarming
e
Pomp
f
Afsluiter
g
Gemotoriseerde 3‑wegklep
h
Terugslagklep (ter plaatse te voorzien)
i
Afsluiter (ter plaatse te voorzien)
j
Verdeelstuk (ter plaatse te voorzien)
k
Extra ketel (ter plaatse te voorzien)
l
Aquastat-klep (ter plaatse te voorzien)
m
Warmtapwatertank (EHBH/X: optie)
n
Warmtewisselaarspoel
FHL1...3
Vloerverwarming
OPMERKING
▪ Controleer of de extra ketel en zijn integratie in het
systeem voldoen aan de geldende wetgeving.
▪ Daikin is NIET verantwoordelijk voor foute of onveilige
situaties in het systeem van de extra ketel.
▪ Zorg ervoor dat het retourwater naar de warmtepomp NIET hoger
is dan 55°C. Om dit te bereiken:
▪ Stel de gewenste watertemperatuur via bediening van de extra
ketel in op maximum 55°C.
▪ Plaats
een
aquastatklep
de warmtepomp.
▪ Stel de aquastatklep in om dicht te gaan boven de 55°C en
open te gaan onder de 55°C.
▪ Plaats terugslagkleppen.
▪ Zorg ervoor dat er maar één expansievat in het watercircuit
aanwezig zijn. Een expansievat is al standaard aanwezig in de
binnenunit.
▪ Plaats de digitale I/O-printplaat (optie EKRP1HB).
▪ Sluit X1 en X2 (omschakeling naar externe warmtebron) op de
digitale I/O-printplaat aan op de thermostaat van de extra ketel.
▪ Om
de
warmteafgevers
ruimteverwarmings-/koelingsysteem in/opstellen" op
Configuratie
Via de gebruikersinterface (snelle wizard):
▪ Stel het gebruik van een bivalent systeem in als externe
warmtebron.
▪ Stel de bivalente temperatuur en de hysteresis in.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
h
j
h
i
k
l
i
FHL1
FHL2
FHL3
in
het
retourwaterdebiet
op/in
te
stellen,
zie
"5.2 Het
pagina 12.
van
17