Tabel 10-5: Stijging oppervlaktetemperatuur transducer, intern gebruik (°C)
Test
ICTx
Stilstaande
9,2
lucht
Gesimuleerd
5,2
gebruik
Akoestisch vermogen meten
Sinds het eerste gebruik van diagnostisch ultrageluid zijn de mogelijke biologische effecten op mensen door
blootstelling aan ultrageluid door verschillende wetenschappelijke en medische instituten bestudeerd. In
oktober 1987 bekrachtigde het American Institute of Ultrasound in Medicine (AIUM) een rapport van zijn
commissie voor biologische effecten (Bioeffects Considerations for the Safety of Diagnostic Ultrasound,
J Ultrasound Med., Sept. 1988: Vol. 7, No. 9 Supplement). Voor het rapport, soms ook wel het Stowe Report
genoemd, werden beschikbare gegevens over mogelijke effecten van blootstelling aan ultrageluid
bestudeerd. In een ander rapport, "Bioeffects and Safety of Diagnostic Ultrasound," van 28 januari 1993, wordt
actuelere informatie verstrekt.
Het akoestische vermogen voor dit ultrasone systeem is gemeten en berekend volgens "Acoustic Output
Measurement Standard for Diagnostic Ultrasound Equipment" (NEMA UD2-2004) en "Standard for Real-Time
Display of Thermal and Mechanical Acoustic Output Indices on Diagnostic Ultrasound Equipment" (NEMA
UDe3-2004).
In Situ-intensiteit, verminderde intensiteit, en waterwaarde-intensiteit
Alle intensiteitsparameters worden in water gemeten. Omdat water geen akoestische energie absorbeert,
vertegenwoordigen deze watermetingen een slechtst mogelijke waarde. Biologisch weefsel absorbeert
akoestische energie. De werkelijke waarde van de intensiteit op een punt is afhankelijk van de hoeveelheid,
het type weefsel en de frequentie van het ultrasone geluid dat door het weefsel gaat. De intensiteitswaarde in
het weefsel, In Situ, is geschat aan de hand van de volgende formule:
-(0,23alf )
In Situ= water [e
waarbij:
In Situ = In Situ-intensiteitswaarde
Water = waterintensiteitswaarde
e = 2,7183
a = verzwakkingsfactor (dB/cm MHz)
202
TEExi
8,6
4,7
]
Akoestisch vermogen meten