Tabel 4-3: PW Doppler-bedieningselementen op het scherm
TDI aan,
Selecteer TDI On (TDI aan) om Tissue Doppler Imaging in te schakelen TDI wordt links
TDI uit
boven in het scherm weergegeven wanneer TDI is ingeschakeld De standaardinstelling is
TDI off (TDI uit).
Alleen beschikbaar in cardiale onderzoeken.
Sturen
Selecteer de gewenste instelling voor de stuurhoek. De beschikbare instellingen zijn
afhankelijk van de transducer. De hoekcorrectie voor PW Doppler wordt automatisch
gewijzigd naar de meest optimale instelling.
• -15 en -20 hebben een hoekcorrectie van -60°.
• 0 heeft een hoekcorrectie van 0°.
• +15 en +20 hebben een hoekcorrectie van +60°.
U kunt de hoek handmatig corrigeren nadat u een instelling voor de stuurhoek hebt
geselecteerd. Raadpleeg
Beschikbaar op bepaalde transducers.
Pagina x/x
Geeft aan welke pagina met bedieningselementen wordt weergegeven. Selecteer dit om
de volgende pagina weer te geven.
Bedieningselementen spectrale trace
U kunt bij beeldvorming met de spectrale trace de volgende bedieningselementen op het scherm selecteren.
Tabel 4-4: Bedieningselementen spectrale trace op scherm
Schaal
Selecteer de gewenste instelling voor de schaal (pulsherhalingsfrequentie [PRF]).
Raadpleeg
te wijzigen.
Lijn
Hiermee wordt de positie van de basislijn ingesteld.
(De basislijn kan in een stilgezette trace worden aangepast als Live Trace (Livetrace) is
uitgeschakeld.)
Inverteren Hiermee wordt de spectrale trace verticaal gespiegeld.
(In een stilgezet beeld is Invert (Inverteren) beschikbaar als Live Trace (Livetrace) is
uitgeschakeld.)
Volume
Hiermee verhoogt of verlaagt u het luidsprekervolume van Doppler (0-10).
48
"D-lijn weergeven"
"Instellingen voor presets"
op pagina 46.
op pagina 37 om de Doppler-schaal naar cm/s of kHz
Beeldvormingsmodi