iker de waarde herstellen aan de hand van de vulkraan.
Voor een correcte werking van de kachel WARM, moet de druk in de kachel gelijk zijn aan 1.5 bar.
Om de druk van de installatie te monitoreren, is de terminal (optie) voorzien van een manometer (M).
Om te vullen, sluit altijd het kraantje.
Het is normaal dat er lawaai en geluidjes te horen zijn zolang alle lucht niet afgelaten is uit de installatie.
Fig. 45 - Terminal met vulkraan (D) en manome-
ter (M)
7.11 KENMERKEN VAN HET WATER
De kenmerken van het water waarmee u de installatie vult , zijn zeer belangrijk om te vermijden dat zich minerale zouten afzetten
en dat kalkafzetting ontstaat in de leidingen, in de ketel en in de warmtewisselaars.
Wij verzoeken u dus om UW LOODGIETER TE RAADPLEGEN IN VERBAND MET:
De hardheid van het water dat door de installatie loopt, om problemen met ketelsteen en kalkaanslag te
voorkomen, vooral in de warmtewisselaar van het sanitairwater. (> 25° Franse hardheid).
Installatie van een waterverzachter (als de waterhardheid hoger is dan 25° Franse hardheid).
De installatie vullen met behandeld (gedemineraliseerd) water.
Eventueel voorzien van een anticondensatiecircuit.
Aanbrengen van hydraulische schokdempers over de hele lengte van de aansluitingen en slangen om het
fenomeen van "drukstoten" te voorkomen.
Voor zeer grote installaties (met grote watercapaciteit) of waarvan het systeem vaak bijgevuld moet worden, wordt het gebruik
van waterverzachters geadviseerd.
Houd er rekening mee dat kalkaanslag de prestaties enorm verlaagt omdat deze aanslag zeer weinig
warmtegeleidend is.
8
ELEKTRISCHE AANSLUITING
8.1
ELEKTRISCHE AANSLUITING VAN DE KACHEL
Sluit de voedingskabel eerst op de achterkant van de kachel aan en daarna op een elektrisch wandstopcontact.
De hoofdschakelaar mag alleen geactiveerd worden om de kachel in te schakelen. Het is raadzaam de hoofdschakelaar in alle
andere gevallen uitgeschakeld te laten.
Wanneer de kachel niet gebruikt wordt, wordt aangeraden het voedingssnoer te verwijderen.
40
IDRO PRINCE
12-16-23-23 H
3
Fig. 46 - Manuele ontluchtingsklep (onder de top)
Idro Prince
16-23-23 H2O, Aquos
3
Idron 16-22 Airtight, Hidrofire 22.8
O - IDRO PRINCE 30-30 H
O - AQUOS
16-23-23 H
2
2
3
Fig. 47 - Manuele ontluchtingsklep (onder de top)
16-23-23 H2O,
3
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 - TESIS 16-23 AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
2
Idro Prince
30-30 H2O
3