Instellen van Systeem-verkorte kiesnamen [002]
U kunt de bijbehorende naam bij het verkorte nummer opslaan. Deze namen verschijnen op het display als
de verbindingen tot stand wordt gebracht via het display. Voor het invoeren van tekens, zie "
invoeren".
0
0
2
Voer in 002.
Toestelnummer instellen [003]
U kunt aan elke aansluiting een toestelnummer toewijzen.
0
0
3
Voer in 003.
Druk op ENTER.
•
Het/de eerste nummer(s) moet(en) gelijk zijn aan de toegewezen nummer(s) voor Flexibele
Nummering.
•
Een dubbele invoer is ongeldig.
systeem-
verkort kiesnr.
Druk op ENTER.
Voer het systeem-
verkort kiesnummer
in (3 cijfers).
toestelnr.
Voer het
toestelnummer in.
3.3.2 Systeemprogrammering
naam
Voer de naam in
Druk op ENTER.
(max. 20 tekens).
Doorgaan
OF
Druk op NEXT.
Druk op PREV.
Druk op CANCEL.
nieuw toestelnr.
Voer een nieuw
Druk op ENTER.
toestelnummer in.
Doorgaan
OF
Druk op NEXT.
Druk op PREV.
Druk op CANCEL.
Tekens
Stoppen
Druk op END.
Stoppen
Druk op END.
Bedieningshandleiding
239