op de stand "Spanning", wanneer de range overschreden wordt (modus MANUeel en AUTO - laatste gebied)
op de positie "Stroom", wanneer de range overschreden wordt (modus MANUeel), vanaf een meting van 10
Ampère
in geval van een incompatibiliteit tussen de positie van de snoeren en de geselecteerde functie
in geval van een overschrijding van de gevarendrempels (als de functie gevalideerd is)
Wanneer de range wordt overschreden, dan wordt het geluidssignaal vergezeld van de weergave van het logo "O. L".
Wanneer het symbool
de spanning op de ingang "Volt" is meer dan 60 VDC of 25 VAC
de tussen de klem "Ampère" en COM geïnjecteerde stroom is meer dan 10 A
De range (spanning of stroom) wordt overschreden in de modus MANUEEL
4.1.
Omschrijving van het menu SETUP
Het menu SETUP configureert de parameters van de multimeter aan de hand van de gebruiksvoorwaarden en
de voorkeuren van de gebruiker.
Dit menu biedt de belangrijkste instellingen of de configuratie van de multimeter op 3 niveaus. De configuraties
worden in het geheugen bewaard wanneer de multimeter wordt uitgeschakeld, als de modus GEBRUIKER
(USR) actief is of met de door de gebruiker in de modus VERGRENDELD bevroren configuratie. Als dit niet
het geval is (modus BASIC), dan start het instrument met de parameters van de configuratie FABRIEK. Het
niet toegankelijke menu is grijs.
geactiveerd is:
4.
GEBRUIK
11