BEDIENINGSPANEEL
(1)
Display
Geeft verschillende meldingen weer. (p.13, 81,
125)
(2)
[FAX] toets / indicator (
Druk hierop om de faxmodus te selecteren.
(3)
[PROGRAMMA 1 / PROGRAMMA 2] toets
(
)
Druk hierop om de opgeslagen
scannerinstellingen te gebruiken. (p.134)
(4)
[SCANNEN] toets / indicator (
Druk hierop om de scanmodus te selecteren.
(5)
[ZOOM] toets (
Druk op deze toets om de kopieerfactor voor
verkleining/vergroting te selecteren. (p.29)
(6)
[KOPIE] toets / indicator (
Druk hierop om de kopieermodus te selecteren.
(7)
[KAARTFORM. KOPIE] toets (
Kaartform. kopie inschakelen.
(8)
Pijltjestoetsen
Druk op deze toetsen om de markering (die
aangeeft dat er een item geselecteerd is) in het
display te verplaatsen.
(9)
[OK] toets
Druk op deze toets om de geselecteerde
instelling in te voeren.
(1)
(2)
(3) (4)
(5) (6) (7) (8)
(14)
)
)
)
)
)
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
(9) (10) (11) (12) (13)
(15)(16)
(10) [BELICHTING] toets
Met deze toets kunt u de belichtingsfunctie
selecteren. (p.28)
(11) [ENERGIE BESPAREN] toets / indicator (
Druk hierop om de energiebesparingsmodus te
activeren.
(12) [TERUG] toets (
Druk op deze toets om terug te keren naar het
vorige scherm.
(13) [SPECIALE FUNCTIE] toets (
Druk op deze toets om de speciale functies te
selecteren.
(14) [C] toets
Druk hierop om het aantal ingestelde kopieën te
wissen of een kopieerproces te stoppen.
(15) [ADRES] toets (
Voor het zoeken naar een adres, nummer of
andere contactgegevens die zijn opgeslagen om
automatisch te kunnen kiezen. (p.87)
(16) [DUBBELZIJDIG] toets (
Selecteren om dubbelzijdig te
kopiëren/faxen/scannen.
11
)
)
)
)
)
)