Installeren
46
WAARSCHUWING!
Alleen motor met FO: Gevaar voor een elektrische schok
Bij de geleidende onderdelen van de motor met geïnte‐
greerde frequentieomvormer en de leidingen blijft na het
uitschakelen van de netspanning nog 3 minuten gevaar
voor een elektrische schok.
–
Laat het apparaat na het uitschakelen nog 3
minuten stilstaan en open de klemmenkast pas
daarna.
VOORZICHTIG!
De motor kan worden beschadigd
Ter bescherming van de motor tegen overbelasting een
geschikte motorbeveiliging aanbrengen (bijv. motorbe‐
veiligingsschakelaar met thermisch overstroomcontact).
Zekeringen zijn geen motorbeveiligingen.
VOORZICHTIG!
Alleen motor met FO: De motor kan worden beschadigd
Wordt de motor met geïntegreerde frequentieomvormer
binnen 3 minuten na het uitschakelen van de netspan‐
ning gestart, kan de ingangsstroombegrenzing bescha‐
digd raken.
–
Laat het apparaat na het uitschakelen nog 3
minuten stilstaan en pas daarna weer starten.
–
Wordt de motor via een regeleenheid bestuurd,
houd hier dan bij de besturing rekening mee.
VOORZICHTIG!
De pomp kan worden beschadigd
Bij het in de verkeerde draairichting aandrijven van de
pomp door de motor, kan deze worden beschadigd.
–
Let bij het aansluiten van de motor op de juiste
draairichting - zie de pijl op de ventilatieafdekking
Ä „Motor" op pagina 45 .
zoals in
Installeer een scheidingsinrichting in de netvoedings‐
kabel, bijv. een vermogensschakelaar, om de pomp
onafhankelijk van de totale installatie te kunnen uitscha‐
kelen (bijv. voor reparaties).
1.
Installeer een motorbeveiligingsschakelaar, want de motoren zijn
niet voorzien van een zekering.
2.
Installeer een noodstopschakelaar of sluit de motor aan op het
noodstop-management van de installatie.
3.
De motor uitsluitend via een geschikte kabel met de voedingsspan‐
ning verbinden.
Belangrijke motorgegevens staan op het typeplaatje
–
en in het hoofdstuk "Technische gegevens".
Het elektrisch aansluitschema bevindt zich in de
–
klemmenkast.