Repareren
P_HY_0015_SW
Afb. 21
10.4
Doseercapaciteit kalibreren
68
1.
Schroef voor het vervangen van het membraan de membraanbreuk‐
1
sensor uit de doseerkop.
2.
Controleer of het analyseapparaat geen membraanbreuk weergeeft:
2
3.
Druk met een stompe, isolerende pen (Ø 2 ... 3 mm, zonder scherpe
randen) in het kanaal van de membraanbreuksensor.
3
3a
ð Het analyseapparaat moet een membraanbreuk aangeven.
4.
Laat de stift weer los.
4
ð Het analyseapparaat mag geen membraanbreuk meer aan‐
geven.
5
6
5.
Herhaal deze test meerdere malen.
6.
Wanneer alles in orde is, kunt u de membraanbreuksensor met een
nieuwe afdichting (1) in de doseerkop monteren.
7.
Ga naar de volgende paragraaf als dat niet het geval is.
Scheidingsmembraan van de membraanbreuksensor vervangen
1.
Koppel de membraanbreuksensor los van het analyseapparaat.
2.
Schroef voor het vervangen van het membraan de membraanbreuk‐
sensor uit de doseerkop.
3.
Pak de membraanbreuksensor bij het bovendeel (2) vast.
Het is niet toegestaan om de met lak verzegelde moer te
verdraaien.
4.
Zet het sensorlichaam (5) vast met een steeksleutel.
5.
Schroef de membraanbreuksensor open.
6.
Reinig de verontreinigde delen.
7.
Leg het nieuwe scheidingsmembraan (3) met de lichte zijde (PTFE)
naar voren in het bovenste deel (2).
8.
Leg de schijf (4) in het bovenste deel (2).
9.
Plaats de veer in het sensorlichaam (5).
10.
Breng het sensorlichaam (5) dichter bij het bovenste deel (2).
ð De veer (6) moet goed op de veerzitting (3a) zitten.
11.
Schroef het sensorlichaam (5) in het bovenste deel en draai dit
goed vast.
12.
Sluit de membraanbreuksensor weer aan op het analyseapparaat.
13.
Controleer de membraanbreuksensor zoals onder "Membraan‐
breuksensor controleren" wordt beschreven.
14.
Wanneer de membraanbreuksensor niet zuiver en betrouwbaar
werkt, moet u absoluut een nieuwe membraanbreuksensor mon‐
teren.
Het is alleen zinvol om de doseercapaciteit te kalibreren, als bij een duide‐
lijk gewijzigde tegendruk zeer nauwkeurig moet worden gedoseerd.