3 Systeem concentrisch ∅ 60/100, aluminium
Afb. 3.7 Montage wanddoorvoering
(geldt niet voor directe installaties)
Afb. 3.8 Montage wanddoorvoering (directe installaties)
10
3.6.1 Montage van wanddoorvoering
• Leg de inbouwplaats van de wanddoorvoering vast.
Attentie!
Let op de in acht te nemen afstanden (b.v. tot
vensters of ventilatie-openingen) conform de
bouwverordeningen van de verschillende landen.
• Boor een gat met een diameter van 125 mm (bij mon-
tage van de flexibele buitenrozet van buiten 110 mm),
zie afb. 3.7.
• Snijd de buis tot op de opgegeven maat af:
turboMAG 11-2/0 en 14-2/0: L1 = 77 mm
turboMAG 17-2/0: L1 = 69 mm
• Dicht bij de telescoopdoorvoering de schuifelementen
met de luchtbuisklem af.
• Schuif de verbrandingsluchttoevoer/verbrandingsgas-
afvoer (1) met de flexibele buitenrozet (2) door de
wand en trek de geleiding zo ver terug tot de buitenro-
zet de buitenwand goed afsluit.
• Plaats de luchtbuis van de wanddoorvoering met een
helling van 1° naar buiten, zodat er geen regenwater in
het toestel kan terugstromen.
• Zorg ervoor dat de verbrandingsluchttoevoer/
verbrandingsgasafvoer in de wandboring gecen-
treerd is.
• Bevestig de verbrandingsluchttoevoer/verbrandingsgas-
afvoer met mortel en laat de mortel uitharden!
• Monteer de wandrozet (3) aan de binnenkant van de
wand.
Attentie!
Bij de montage in de buurt van een lichtbron
kan de monding door grote concentraties insec-
ten vervuild raken. Wijs de gebruiker erop dat
hij de monding regelmatig moet reinigen.
Montagehandleiding verbrandingsluchttoevoer/verbrandingsgasafvoer turboMAG exclusiv