Probleemoplossing
Symptoom, oorzaak/oplossing
Er zitten krassen rondom het gat in de steekplaat.
* Er zit een inkeping links van de opening in de
steekplaat. Dit is geen kras.
a
Er zitten krassen rond het gat in de persvoet.
Er zitten krassen op het spoelhuis.
U gebruikt niet een van de spoelen die speciaal
voor deze machine is ontworpen.
Bovendraad is niet juist ingeregen.
Spoel is niet juist geplaatst.
De persvoet is onjuist bevestigd.
De persvoethouderschroef zit los.
Stof is te dik.
Stof wordt met kracht doorgevoerd wanneer u
dikke stof of dikke naden naait.
Steeklengte is te kort.
U hebt geen steunstof bevestigd aan de stof
waarop u borduurt.
Onderdraad onjuist opgewonden.
Bovendraad breekt.
De machine is niet juist ingeregen (verkeerde
kloshouder, kloshouder zit los, draad heeft
inrijger naaldstang niet gepakt enz.).
U gebruikt draad die in de knoop zit.
De naald die u hebt geselecteerd is niet geschikt
voor de draad die u gebruikt.
Spanning bovendraad is te hoog.
Draad zit verstrikt.
Naald is verdraaid, verbogen of de punt is stomp. 22
Naald is niet juist geplaatst.
Er zitten krassen rondom het gat in de steekplaat.
* Er zit een inkeping links van de opening in de
steekplaat. Dit is geen kras.
a
Er zitten krassen rond het gat in de persvoet.
86
Referentie
*
1 Inkeping
*
*
13
17
16
23
24
21, 32
32
29
62
13
17
–
21
29
81
22
*
1 Inkeping
*
Symptoom, oorzaak/oplossing
Er zitten krassen op het spoelhuis.
Ongeschikte naald of draad voor gekozen stof.
U gebruikt niet een van de spoelen die speciaal
voor deze machine is ontworpen.
De draad zit verstrikt aan de achterkant van de stof.
Bovendraad is niet juist ingeregen.
Ongeschikte naald of draad voor gekozen stof.
De bovendraad is te strak.
De onderdraad is onjuist geplaatst.
Onderdraad breekt.
Spoel is niet juist geplaatst.
Onderdraad onjuist opgewonden.
Er is een bekraste spoel gebruikt.
Draad zit verstrikt.
U gebruikt niet een van de spoelen die speciaal
voor deze machine is ontworpen.
Stof rimpelt.
De boven- of onderdraad is verkeerd ingeregen.
Klos garen is niet juist aangebracht.
Ongeschikte naald of draad voor gekozen stof.
Naald is verdraaid, verbogen of de punt is stomp. 22
Steken zijn te lang wanneer u dunne stoffen naait. 29
Draadspanning is niet juist ingesteld.
U hebt niet de juiste persvoet gebruikt.
De steek wordt niet correct genaaid.
De persvoet die u gebruikt is niet geschikt voor
het soort steek dat u wilt naaien.
De draadspanning is niet juist.
De draad zit verstrikt, bijvoorbeeld in het
spoelhuis.
Transporteur staat omlaag.
• Schuif de transporteurstandschakelaar naar
rechts (
).
Referentie
*
21
13
17, 81
21
16, 81
16
13
16
82
13
13, 17
13
21
29, 81
23
23
29, 81
82
5, 48