Probleemoplossing
Symptoom, oorzaak/oplossing
Draadspanning is niet juist ingesteld.
Tijdens het naaien is de stof getrokken, geduwd
of scheef doorgevoerd.
• Leid tijdens het naaien de stof met uw handen,
zodat de stof in een rechte lijn wordt
doorgevoerd.
De draad zit verstrikt, bijvoorbeeld in het
spoelhuis.
Borduurpatroon wordt niet goed geborduurd.
Draad is verdraaid.
Draadspanning is niet juist ingesteld.
Stof is niet juist gespannen in het raam (stof te los
enz.).
Geen steunstof of versteviging gebruikt.
• Gebruik altijd steunstof, vooral bij
stretchstoffen, lichte stoffen, grof geweven
stoffen of stoffen waarbij het patroon kan
vervormen. Neem contact op met uw erkende
Brother-dealer voor de juiste steunstof.
Er was een voorwerp bij de machine geplaatst en
de borduurarm van het borduurraam heeft het
voorwerp tijdens het borduren geraakt.
Materiaal dat uit het borduurraam komt
veroorzaakt problemen.
• Trek de stof opnieuw op het raam zodat het
materiaal dat uit het borduurraam komt geen
problemen veroorzaakt, draai het patroon en
borduur.
Er wordt een zware stof geborduurd en de stof
hangt omlaag vanaf de tafel.
• Als er wordt geborduurd terwijl de stof vanaf de
tafel omlaag hangt, werkt de borduureenheid
niet goed. Ondersteun de stof tijdens het
borduren.
Stof zit vast of is ergens aan blijven haken.
• Stop de machine en leg de stof zo neer dat ze
niet vast komt te zitten of blijft haken.
De borduurarm werd verplaatst terwijl het
borduurraam werd verwijderd of bevestigd tijdens
het borduren.
• Als de borduurarm is verplaatst tijdens het
proces, kan het patroon scheeftrekken. Wees
voorzichtig wanneer u het borduurraam
verwijdert of bevestigt.
Steunstof is onjuist bevestigd. De steunstof is
bijvoorbeeld kleiner dan het borduurraam.
Er komen tijdens het borduren lussen op de stof.
Draadspanning is niet juist ingesteld.
De borduuronderdraad die voor de machine is
bedoeld, wordt niet gebruikt.
88
Referentie
29, 81
25
79
82
29
62
62
60
62
68
–
64
62
70
61