3
Algemene instellingen
Energiebesparende
stand
Wanneer de machine inactief is, kunt u hem
in de energiebesparende stand zetten door
op de Power Save-toets te drukken. U kunt in
de energiebesparende stand nog altijd
telefoongesprekken ontvangen. Voor verdere
informatie over het ontvangen van faxen in de
energiebesparende stand, raadpleegt u de
tabel op Aan/Uit- instelling op pagina 23. De
uitgestelde, geprogrammeerde faxberichten
worden nu verzonden. U kunt zelfs uw faxen
opvragen via Afstandsbediening, als u zich
niet bij uw machine bevindt. Voor andere
opdrachten moet u de machine wel uit de
energiebesparende stand halen.
Opmerking
Als u een extern telefoontoestel of
antwoordapparaat hebt aangesloten, blijft
dat steeds beschikbaar.
De machine in de
energiebesparende stand
zetten
a
Houd de toets Power Save ingedrukt
totdat op het LCD-scherm Afsluiten
verschijnt.
Het lampje van het LCD-scherm gaat
uit.
De machine uit de
energiebesparende stand
halen
a
Druk op de toets Power Save.
Op het LCD-scherm worden de datum
en de tijd weergegeven.
22
Opmerking
• Zelfs als u de machine in de
3
energiebesparende stand hebt gezet, zal
de machine de printkop toch regelmatig
reinigen om de afdrukkwaliteit te
handhaven.
• Als u de stekker uit het stopcontact hebt
gehaald, is de machine volledig
uitgeschakeld.
• U kunt de energiebesparende stand zo
aanpassen dat er, behalve de
automatische reiniging van de printkop,
geen andere opdrachten beschikbaar
blijven. (Zie Energiebesparende stand
instellen op pagina 22.)
Energiebesparende stand
instellen
U kunt de toets Power Save van de machine
aanpassen. De fabriekinstelling is
Faxontvang.:Aan. De machine kan ook
faxberichten of telefoongesprekken
ontvangen wanneer deze in de
energiebesparende modus staat. Wanneer u
wilt dat uw machine geen faxberichten of
3
oproepen ontvangt, moet u deze instelling op
Faxontvang.:Uit zetten (Zie
Energiebesparende stand op pagina 22.)
a
Druk op Menu.
b
Druk op a of b om Standaardinst.
te selecteren.
Druk op OK.
c
Druk op a of b om Bespaarstand te
selecteren.
3
Druk op OK.
d
Druk op a of b om Faxontvang.:Uit
(of Faxontvang.:Aan) te selecteren.
Druk op OK.
e
Druk op Stop/Exit.
3
3