De geavanceerde
functies wijzigen
Als er zich nog ontvangen faxen in het
geheugen bevinden wanneer u de
geavanceerde functies wijzigt, wordt u het
volgende gevraagd:
Wis alle faxen ?
JaiDruk op 1
NeeiDruk op 2
Print alle fax?
JaiDruk op 1
NeeiDruk op 2
• Als u op 1 drukt, worden alle niet-
afgedrukte faxen gewist of afgedrukt
voordat de instelling wordt gewijzigd.
Als er al een reservekopie is afgedrukt,
wordt deze niet meer afgedrukt.
• Als u op 2 drukt, worden de faxen in het
geheugen niet gewist of afgedrukt en
blijft de instelling ongewijzigd.
Als er zich nog ontvangen faxen in het
geheugen bevinden wanneer u overschakelt
op PC-Fax ontv. vanuit een andere optie
[Fax doorzenden, Fax opslaan of
Faxweergave (alleen MFC-660CN en
MFC-845CW)], druk op a of b om de PC te
selecteren waarnaar u de faxen wilt
verzenden.
U wordt het volgende gevraagd:
Fax i PC zenden?
JaiDruk op 1
NeeiDruk op 2
• Als u op 1 drukt, worden alle niet-
afgedrukte faxen naar uw PC
verzonden voordat de instelling wordt
gewijzigd. Selecteer Backup
print:Aan of Backup print:Uit.
• Als u op 2 drukt, worden de faxen in het
geheugen niet gewist of naar uw PC
overgebracht en blijft de instelling
ongewijzigd.
Geavanceerde functies voor het faxen (alleen monochroom)
Afstandsbediening
U kunt uw machine bellen vanaf elke
10
toetstelefoon of faxmachine, om vervolgens
de toegangscode op afstand en de
opdrachten op afstand te gebruiken om
faxberichten op te vragen.
Een toegangscode op afstand
instellen
De toegangscode op afstand biedt u toegang
tot de functies voor het opvragen op afstand
van uw berichten, wanneer u zich niet bij uw
machine bevindt. U moet uw eigen code
instellen alvorens u vanaf een ander toestel
toegang tot de functies van uw machine kunt
krijgen. De standaardcode bij levering is een
inactieve code (---l).
a
Druk op Menu.
b
Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c
Druk op a of b om
Geavanc. Faxfuncties te
selecteren.
Druk op OK.
d
Druk op a of b om Afst.bediening
te selecteren.
Druk op OK.
e
Voer een code van 3 cijfers in met
behulp van de nummers 0-9, l, of #.
Druk op OK. (Het vooraf ingestelde 'l'
kan niet worden gewijzigd.)
Opmerking
Gebruik niet dezelfde code als uw
faxontvangstcode (l 5 1) of code voor het
aannemen van de telefoon (# 5 1). (Zie
Werken met een tweede toestel op
pagina 56.)
f
Druk op Stop/Exit.
10
10
10
77