NAAIEN
• Om letsel te voorkomen moet u de naald tijdens het gebruik van de machine goed in de gaten houden.
Houd uw handen tijdens het gebruik van de machine uit de buurt van de bewegende delen.
• Trek of duw de stof niet tijdens het naaien. U kunt daardoor letsel oplopen.
• Gebruik geen verbogen of gebroken naalden. U kunt daardoor letsel oplopen.
• Probeer niet over rijgspelden of andere objecten heen te naaien. Anders kan de naald breken en hierdoor
kunt u letsel oplopen.
• Zitten de steken te dicht op elkaar? Stel dan een langere steeklengte in voordat u verder gaat. Anders kan
de naald breken en hierdoor kunt u letsel oplopen.
Een steek naaien
a
Zet de machine AAN en druk op
de naaisteken weer te geven. Druk
vervolgens op de "Naaldstandtoets" om de
naald omhoog te zetten.
b
Selecteer de categorie en druk op de toets
van de steek die u wilt gebruiken.
a Categorie
b Toets van de steek
→ Het symbool van de juiste persvoet wordt
linksboven in de display aangegeven.
VOORZICHTIG
c
Bevestig de juiste persvoet ("PERSVOET
om
VERWISSELEN" op pagina 72).
• Gebruik altijd de juiste persvoet. Als u niet de
a
d
Plaats de stof onder de persvoet. Houd de
stof en de uiteinden van de draden in uw
linkerhand en druk op de "naaldstandtoets"
om de naald te zetten waar u met naaien
b
wilt beginnen.
Memo
e
Zet de persvoet omlaag.
*
VOORZICHTIG
juiste persvoet gebruikt, kan de naald de
persvoet raken en buigen of breken. Hierdoor
kunt u letsel oplopen.
Zie "STEEKINSTELLINGENTABEL" op
pagina 218 voor adviezen over de juiste
persvoet.
• De zwarte toets aan de linkerkant van
persvoet "J" mag u alleen indrukken als de
stof niet wordt doorgevoerd of bij het naaien
van dikke naden (pagina 83). Normaliter
kunt u naaien zonder op de zwarte toets te
drukken.
U hoeft de onderdraad niet naar boven te halen.
NAAIEN
2
77