5 | Inbedrijfstelling
Twee fases in de stekker ompolen.
De draairichting mag alleen door elektromonteurs worden gewijzigd!
5.2 Aandrijving door trekker via de cardanas
Type Z
• De cardanas aanbrengen en met de veiligheidsketting vastzetten.
• De draairichting van de trekker-aftakas is met de wijzers van de klok mee.
• Het handgas van de trekker op minimum zetten.
• De trekker-aftakas langzaam koppelen en de machine laten aanlopen.
• Het vereiste toerental van de aftakas instellen met behulp van het handgas: 400 - 430
rpm
In dit werkbereik is een economisch bedrijf van de trekker met geringer brandstofverbruik
alsmede geringere geluidsbelasting aanwezig.
Voor een kortstondige efficiëntieverhoging tot max. 4 uur continubedrijf kan de machine met
een toerental van de aftakas van 480 rpm worden gebruikt om de max. werksnelheid te be-
halen.
Het max. toerental van de aftakas van 480 rpm mag in geen geval worden overschreden,
aangezien er anders een verhoogde olietemperatuur optreedt. Deze leidt tot vroegtijdige slij-
tage en lekkages bij pomp, cilinder en hydraulische leidingen.
Voordat u de cardanas weer ontkoppelt, moet het handgas van de trekker op minimum wor-
den ingesteld.
De cardanas moet in losgemaakte toestand in de cardanasophanging worden geplaatst.
5.2.1 Spanning aansluiten
• De 3-polige continu stroom-stekker insteken op het trekvoertuig.
Aansluitspanning 12 V
20 A Continu stroom
Vergeet niet om aan het einde van de werkzaamheden de continu stroom-stekker er
weer uit te trekken, omdat anders de accu van het trekvoertuig leeg zou kunnen raken!
Mocht u op het trekvoertuig geen 3-polige continue stroomaansluiting hebben, kunt u als al-
ternatief de 7-polige stekker aansluiten (bruin + op 58L blauw - op 31).
Let er echter op, dat de voorheen genoemde vermogensgegevens beschikbaar zijn, an-
ders kunnen functiestoringen optreden.
26
Nederlands
D1030547-V001