Nederlands
Airconditioning
De besturing van de airconditioning is aangebracht aan het dak van de cabine.
• Voor de bediening van de airconditioning verwijzen wij u naar de gebruiksaanwijzing van
de airconditioning.
Aanwijzing voor de airconditioning:
De airconditioning, die vanuit de lichtmachine van de dieselmotor werkt, dient in het beste
geval voor behoud van de temperatuur, die in de cabine is gegeven.
De airconditioning is niet geschikt om een oververhitte bestuurderscabine aanzienlijk te ver-
koelen!
bijv. start op de middag met > 30° C in de cabine, temperatuur wordt gehouden resp. slechts
zeer langzaam omlaag gebracht.
De airconditioning zou al bij aanvang van het werk, bijv. in de ochtend gestart moeten wor-
den, om te zorgen dat de temperatuur lager kan worden gehouden.
Door extreem hoge buitentemperaturen en directe instraling van de zon overdag kan een
langzame verhoging van de bestuurderscabinetemperatuur niet volledig worden uitgesloten.
12.6 Radiobesturing (optie RC)
1
De radiobesturing maakt het mogelijk om vanuit een externe plek (bijv. bij de verpakkings-
plek) de kloof- en transportbandfunctie te starten en te stoppen.
Op de besturing van de machine verschijnt de aanwijzing "Externe stop".
Alleen de bediener van de radiobesturing kan de kloof- en transportbandfunctie weer
activeren.
D1030547-V001
1
2
Knop groen – Aan
Speciale uitvoering | 12
2
Knop rood - Uit
89