6.5.2
- Stabilisatie procedure
- versie met hydraulische stabilisatie
3
OS_A0890BM
Handel op de volgende wijze.
1) De parkeerrem trekken, de koppelingshendel in neutraal zetten en de endothermische motor starten.
2) Druk op het koppelingspedaal en schakel de aftakas in (zie "Bedieningen in de stuurcabine"); het contro-
lelampje (3) moet aangaan.
3) Bedien de toets (31) "F2" om de stabiliseringsfunctie te gebruiken.
4) Druk op "F3" om de stabilisatiepagina te openen (zie "Beschrijving van de pagina's").
5) At de stabilisatiearmen uitschuiven.
6) Geleidelijk de stabilisatoren omlaag doen totdat de wielen van het voertuig van de grond getild zijn,
tegelijkertijd de nivellering op de waterpas (48) controleren.
7) Na deze handeling controleren of het lampje (32) (OK) brandt.
WAARSCHUWING !
Ga volledig rond de machine om visueel te controleren of de stabilisatoren correct zijn
neergezet, of er geen scheuren, inspectieputjes, ondergrondse leidingen enz. zijn in de
zone waar de stabilisatoren op de grond steunen.
Controleer of alle wielen van de grond zijn opgeheven.
32
31
48
6.21
START
STOP
6.5.2
6