Controleren wat op een grafisch scherm wordt weergegeven
5-2 Controleren wat op een grafisch scherm wordt
weergegeven
k k k k k Instellen van het weergavevenster (V-Window)
Gebruik het scherm met het weergavemenu om het bereik van de
en om de schaal op elke as te regelen. U moet steeds de gewenste parameters voor het
weergavevenster instellen voordat u een grafiek laat tekenen.
u Het weergavevenster (V-Window) instellen
1. Selecteer in het hoofdmenu de modus GRAPH.
2. Druk op !3(V-WIN) om het scherm met het weergavemenu op te roepen.
Voorschrift in cartesische coördinaten
Xmin ... Minimale
Xmax ... Maximale
Xscale ... Schaal op de
Xdot ... Waarde die overeenkomt met
Ymin ... Minimale
Ymax ... Maximale
Yscale ... Schaal op de
Voorschrift in poolcoördinaten
T θ min ... minimale T, θ -waarde
T θ max ... maximale T, θ -waarde
T θ ptch ... stap (toename) van T, θ
3. Druk op c om de gewenste parameter aan te klikken, en voer voor elke parameter
een (nieuwe) waarde in. Druk na elke invoer op w.
• {INIT}/{TRIG}/{STD} ... {initiële orthonormale}/{trigonometrische}/{standaard}
• {STO}/{RCL} ... {opslaan}/{oproepen} van een vensterinstelling
Als de gewenste parameters zijn ingesteld, drukt u op J of op !J(QUIT) om het
scherm met het weergavemenu te sluiten.*
Ook als u drukt op w zonder vooraf een
*
1
parameterwaarde te hebben ingevoerd terwijl
k wordt weergegeven, wordt dit scherm
gesloten.
5-2-1
x
-waarde
x
-waarde
x
-as
x
één punt op de
-as
y
-waarde
y
-waarde
y
-as
vensterinstelling
1
20050301
x
y
- en
-assen te definiëren