Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Gegevens in eActivity bestanden invoeren en wijzigen
k Een strip invoegen
Via een strip kunt u gegevens uit grafieken, grafieken van kegelsneden, spreadsheets, en
andere toepassingen in eActivity insluiten. Bedenk dat u in elke strip slechts één
toepassingsscherm (bijvoorbeeld het scherm Graph of het scherm Graph Editor voor
gegevens in de modus GRAPH) kunt gebruiken.
Een strip bestaat uit een titelveld aan de linkerkant en een veld met de schermnaam aan de
rechterkant.
Gebruik f en c om een strip aan te klikken en druk op w om het overeenkomstige
toepassingsscherm te openen.
De gegevens waarmee u bewerkingen uitvoert in een toepassingsscherm dat u via een strip
hebt opgeroepen (grafiekvoorschriften, etc.) worden opgeslagen in het geheugen van de
strip. Dit betekent dat de gegevens in de strip beschikbaar zijn als u de toepassing van
daaruit oproept of vanuit de strip naar een andere toepassing overschakelt.
# Wanneer u een toepassing oproept vanuit een
strip, verschijnt het actieve toepassingsscherm,
terwijl eActivity verder op de achtergrond wordt
uitgevoerd. Houd er echter rekening mee dat
elke bewerking die u in de toepassing uitvoert
een bewerking in eActivity is.
# Alle gegevens die u invoert in het
toepassingsscherm dat u via een datastrip
oproept, wordt opgeslagen in het geheugen
van de datastrip en niet in het bestand met de
toepassingsgegevens.
10-3-8
Titelveld
U kunt maximaal 16
karakters invoeren voor
een titel van een strip.
Veld met de schermnaam
Dit is de naam van het scherm dat
in de strip is opgenomen.
# Afzonderlijke gegevens worden opgeslagen in
elk geheugen van de strip. Als u meerdere strips
maakt die aan hetzelfde toepassingsscherm zijn
gekoppeld, verschijnen op het
toepassingsscherm de specifieke resultaten van
elke strip.
20050301

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Fx-9860g

Inhoudsopgave