is opgeslagen in het apparaat. De spraakopdrachten
zijn niet afhankelijk van de stem van de spreker. De
spraakherkenning in het apparaat past zich echter wel
aan de stem van de hoofdgebruiker aan, zodat de
spraakopdrachten beter worden herkend.
Een oproep plaatsen
Een spraaklabel voor een contact is de naam of bijnaam
die voor het contact is opgeslagen in de lijst met
contacten.
Opmerking: Het gebruik van spraaklabels kan
moeilijkheden opleveren in een drukke omgeving of
tijdens een noodgeval. Voorkom dus onder alle
omstandigheden dat u uitsluitend van spraaklabels
afhankelijk bent.
Als u een spraaklabel wilt beluisteren, selecteert u een
contact en vervolgens
Spraaklabelgegevens
1. Houd de demptoets ingedrukt als u met behulp van
een spraakopdracht wilt bellen.
2. Als u de toon hoort of het sein op het scherm
verschijnt, zegt u duidelijk de naam in die voor een
contact is opgeslagen.
3. Het apparaat speelt een gesynthetiseerd
spraaklabel af voor het contact dat herkend is in de
geselecteerde taal van het apparaat en geeft de
naam weer. Na een wachttijd van 1,5 seconde
draait het apparaat het nummer. Als het contact
niet goed herkend is, selecteert u een ander contact
76
Opties
>
Spraaklabel
afspelen.
>
in de lijst met suggesties of selecteert u
om de oproep te beëindigen.
Als er meerdere nummers voor het contact zijn
opgeslagen, selecteert u het contact en het
gewenste nummer.
Een toepassing starten
Het apparaat maakt spraaklabels voor de toepassingen
die worden weergegeven in de toepassing
Spraakopdrachten.
Als u een toepassing met een spraakopdracht wilt
starten, houdt u de demptoets ingedrukt en spreekt u
de naam van de toepassing duidelijk uit. Als de
toepassing niet goed herkend is, selecteert u een
andere toepassing in de lijst met suggesties of
selecteert u
Stoppen
om te annuleren.
Als u de spraakopdracht van een toepassing wilt
wijzigen, selecteert u
Opties
typt u de nieuwe opdracht.
Profielen wijzigen
Selecteer
Menu
Bedieningspan.
>
Spraakopdr..
Er wordt een spraaklabel voor elk profiel gemaakt in
het apparaat. Als u een profiel wilt activeren via een
spraakopdracht, drukt u op de toets voor dempen op
het startscherm en houdt u deze ingedrukt. Vervolgens
spreekt u de naam uit van het profiel.
Als u de spraakopdracht wilt wijzigen, selecteert u
Profielen
Opties
Opdracht
>
>
Stoppen
Opdracht wijzigen
en
>
Telefoon
>
>
wijzigen.