Bijna alle digitale cartografie is niet helemaal accuraat
en volledig. Vertrouw nooit uitsluitend op de
cartografie die u voor dit apparaat hebt gedownload.
Het downloaden van extra services kan de overdracht
van grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van
uw serviceprovider met zich meebrengen. Neem
contact op met de serviceprovider voor meer
informatie over de kosten voor gegevensoverdracht.
Netwerkpositionering
Selecteer
Menu
>
U kunt het mobiele netwerk gebruiken om uw huidige
locatie te vinden, zelfs binnen. Dit gaat sneller maar is
minder nauwkeurig dan met GPS, en u kunt de locatie
niet gebruiken als beginpunt voor navigatie.
Als u het mobiele netwerk wilt gebruiken voor
positionering, selecteert u de methode voor
positionering via het netwerk in de
apparaatinstellingen. Als u de toepassing Kaart start
terwijl uw GPS-verbinding gereed is, wordt GPS
gebruikt als positioneringsmethode in plaats van het
mobiele netwerk.
Verplaatsing op een kaart
Selecteer
Menu
>
U kunt inzoomen op uw GPS-positie of uw laatste
bekende locatie, door
selecteren.
96
Wanneer de GPS-verbinding actief is, ziet u in
huidige locatie op de kaart.
Toepassngn
GPS
> Kaarten.
>
Toepassngn
GPS
> Kaarten.
>
Opties
Mijn positie
>
Als u wilt verplaatsen op de kaart, drukt u de
bladertoets omhoog, omlaag, naar links of naar rechts.
De kaart is standaard gericht op het noorden.
Wanneer u over een actieve verbinding beschikt en
over de kaart schuift, wordt automatisch een nieuwe
kaart gedownload als u naar een gebied schuift dat
buiten de reeds gedownloade kaarten valt. De kaarten
worden automatisch opgeslagen in het
apparaatgeheugen of op een compatibele
geheugenkaart (als deze is geïnstalleerd).
Als u via het toetsenblok wilt in- en uitzoomen op de
kaart, drukt u op * en #. Als u via het toetsenbord wilt
in- en uitzoomen op de kaart, drukt u op de toetsen
Shift en backspace.
Schermsymbolen
Het GPS-symbool
beschikbaarheid van het satellietsignaal aan. Eén balk
is één satelliet. Wanneer het apparaat satellietsignalen
probeert te vinden, is de balk geel. Wanneer het
apparaat voldoende gegevens van de satellieten
ontvangt om via GPS uw locatie te berekenen, wordt
de balk groen. Hoe meer groene balken, des te
betrouwbaarder de locatieberekening.
In eerste instantie moet het apparaat signalen van
minstens vier satellieten ontvangen om uw locatie te
kunnen berekenen. Na de aanvankelijke berekening is
het signaal van drie satellieten mogelijk genoeg.
te
Het gegevensoverdrachtsymbool
aan welke internetverbinding u gebruikt en hoeveel
gegevens zijn overgedragen sinds u de toepassing
uw
hebt gestart.
geeft de
geeft