j De zelfontspanner gebruiken
Bij <q> wordt het interval tussen de opnamen mogelijk verlengd. Dit is
afhankelijk van de opnamekwaliteit en de flitser.
Nadat u opnamen met de zelfontspanner hebt gemaakt, dient u te controleren of
de scherpstelling en de belichtingstijd van de opname juist zijn (pag. 56).
Als u niet door de zoeker kijkt bij het indrukken van de ontspanknop, kunt u het beste
de oculairdop bevestigen (pag. 195). Als er licht in de zoeker komt bij het indrukken
van de ontspanknop, kan dit een negatief effect hebben op de belichting.
Als u met de zelfontspanner een foto van uzelf maakt, vergrendelt u de
scherpstelling (pag. 46) op een onderwerp dat zich ongeveer op
dezelfde afstand bevindt als u tijdens de opname.
Druk op de knop <YiQ> om de zelfontspanner uit te schakelen
nadat het aftellen is begonnen.
Druk op de knop <Yi
1
Selecteer de juiste instelling voor
2
de zelfontspanner.
Druk op de toets <U> om de gewenste
instelling voor de zelfontspanner te
selecteren en druk vervolgens op <0>.
Q: 10-sec. zelfontspanner
U kunt ook de afstandsbediening
gebruiken. (pag. 194)
l: 2-sec. zelfontspannerN (pag. 104)
q: 10-sec. zelfontspanner en
continu-opnamen
Maak de opname.
3
Stel scherp op het onderwerp en druk
de ontspanknop helemaal in.
U kunt de zelfontspanner in de gaten
houden door middel van het bijbehorende
lampje, de pieptoon en de aftelweergave
(in seconden) op het LCD-scherm.
Twee seconden voordat de opname wordt
gemaakt, blijft het lampje van de zelfontspanner
branden en klinkt de pieptoon sneller.
Q
Druk op de toets <V> om het
aantal opnamen in te stellen
(2 - 10) dat u met de
zelfontspanner wilt maken.
>.
69