f: De scherptediepte wijzigen
De ingebouwde flitser gebruiken
Om de juiste flitsbelichting te verkrijgen, wordt het flitsvermogen
automatisch zo ingesteld dat dit met het ingestelde diafragma
overeenkomt (automatische flitsbelichting). De sluitertijd wordt
automatisch ingesteld tussen 1/200 en 30 seconden. afhankelijk
van de helderheid van de scene.
Bij slechte lichtomstandigheden wordt het hoofdonderwerp belicht
met de automatische flitser. De achtergrond wordt belicht met de
automatisch ingestelde langere sluitertijd. Zowel het onderwerp als
de achtergrond zien er goed belicht uit (automatische lange
flitssynchronisatietijd). Wanneer u de camera in de hand houdt, dient
u deze goed stil te houden, zodat de camera niet wordt bewogen.
U wordt aangeraden een statief te gebruiken.
Als u niet wilt dat een lange sluitertijd wordt gebruikt, stelt u in het menu
[7 Persoonlijke voorkeuze(C.Fn)] [Flitssynchronisatiesnelheid Av
mode] in op [1: 1/200-1/60 sec. auto] of [2: 1/200 sec. (vast)]
(pag. 184).
ScherptedieptecontroleN
Het scherptediepte-effect is duidelijk te zien op de Live view-opname als u
het diafragma wijzigt en op de knop voor scherptedieptecontrole (pag. 106)
80
Druk op de scherptedieptecontroleknop
om de huidige diafragma-instelling te
selecteren. U kunt de scherptediepte
(het bereik van de acceptabele
scherpstelling) controleren door de
zoeker.