6.9.3 Railverlenging
Railverlengingen worden in verschillende lengtes aangeboden. Als gebruik wordt gemaakt
van een knikstuk moet de lengte van het daarop volgende railstuk minstens 1 meter
bedragen.
De railverlengingen en de rails worden met behulp van plaatstrippen met elkaar verbonden.
1.
Het kopstuk zonodig verwijderen, zie
„Werkzaamheden vooraf".
2.
Plaatstrip (1) tegen de rails (2) aan
zetten.
3.
Controleren, of alle boorgaten (pijl) op
een lijn liggen.
4.
Slotschroef van binnen naar buiten
indraaien.
5.
Ringmoer (pijl) opschroeven en met
geschikt gereedschap vastdraaien.
6.
Deze werkwijze ook aan de andere kant
uitvoeren.
7.
Railverlenging (1) met de sporten
neerwaarts in de plaatstrippen plaatsen.
8.
Slotschroef (2) van binnen naar buiten
indraaien.
302010006
Afb. 184: Plaatstrip aanbrengen
Afb. 185: Ringmoer opschroeven
Afb. 186: Aansluitvlak controleren
Lift Junior
Opstelling
111