De aansluitkabel ten behoeve van de binnenluidsprekers dient een extra aderpaar te bevatten waarmee
sabotage van de aansluitkabel gedetecteerd kan worden. De afneembeveiliging wordt opgenomen in deze
sabotagelus en wordt aangesloten op een aparte ingang, die geprogrammeerd wordt als sabotage.
RS-485 bus aansluiting
De AlphaVision XL is voorzien van een RS-485 bus (COM1) die compatibel is met de AlphaVision NG. De
beschikbare +12V klem bij deze aansluiting is apart gezekerd met een automatische zekering van 500mA.
Detectoren aansluiten op ingangen
De AlphaVision XL centrale heeft 16 ingangen voor aansluiting van 16 detectoren. Door gebruik te maken
van uitbreidingsmodules (I/O+ moduIe, I/O module, Input + 8OC module of wireless interface) en
eventueel het plaatsen van de XLCOM voor meer RS-485 bussen, is het mogelijk het aantal zones uit te
breiden tot maximaal 616 zones verdeeld over 5 RS-485 bussen. Elke uitbreidingsmodule is voorzien van 8
ingangen voor aansluiting van 8 extra zones. (of inleren van 8 detectoren in het geval van de wireless
interface).
Bekabeling detectoren
De detectoren worden ieder afzonderlijk met een kabel aangesloten op een ingang. Hoewel het gebruik
van kabels om detectoren aan te sluiten niet kritisch is, adviseert Alphatronics het gebruik van één van de
volgende kabelsoorten:
AFGESCHERMDE KABEL SOEPEL IN DOOS
KBA-4,
4-ADERIGE KABEL 100m 4 x 0,22
008675
KBA-6,
6-ADERIGE KABEL 100m 6 x 0,22
008677
KBA-6S, 6-ADERIGE KABEL 100m 2 x 0,5 + 4 x 0,22
008681
KBA-8,
8-ADERIGE KABEL 100m 8 x 0,22
008679
KBA-12, 12-ADERIGE KABEL 100m 12 x 0,22
008682
AFGESCHERMDE KABEL MASSIEF IN DOOS
KBAM-4, 4-ADERIGE KABEL 100m 4 x 0,5 + aarde
008610
KBAM-6, 6-ADERIGE KABEL 100m 6 x 0,5 + aarde
008612
KBAM-8, 8-ADERIGE KABEL 100m 8 x 0,5 + aarde
008614
Ingangen met EOL
Normaal gesproken zullen de meeste zones als NC (normally closed) met einde-lus-weerstand (EOL)
gebruikt worden. Gebruik van NO (normally open) zones is ook mogelijk, zelfs bij toepassing van het einde-
lus-weerstandsprincipe. Dit is per zone programmeerbaar.
Zones worden standaard aangesloten volgens het einde-lus-weerstandsprincipe (EOL, end-of-line). Hierbij
vindt er continu controle plaats of de kabel tussen de centrale en de detector nog intact is. Hiertoe wordt
aan het einde van de kabel, dus in de behuizing van de detector of magneetcontact, een weerstand van
1k8 geplaatst in serie met de ingang. Over het alarmcontact van de detector komt een weerstand van 10k.
Over het sabotagecontact wordt normaal gesproken GEEN weerstand geplaatst. Optioneel kan hierover
een 39k weerstand geplaatst worden, behalve wanneer er op deze ingang gebruik gemaakt wordt van anti-
masking.
Installateurshandleiding AlphaVision XL
Rev. 3.03 01-04-2018
Blz. 36/228