Gebruiksaanwijzing
Bedieningsorganen
De bedieningsstang voor de grondsnelheid
(gemotoriseerd model), gasregelknop,
bedieningsstang voor het maaimes en repeteerstarter
bevinden zich alle op de handgreep (fig. 8 en 9).
3
Alleen handmaaier
Figuur 8
1. Gasregelknop
2. Bedieningsstang maaimes
NL–12
1
2
2365
3. Startkoord
4
Gemotoriseerd model
Figuur 9
1. Gasregelknop
2. Bedieningsstang maaimes
Motor starten
1.
Druk de bougiekabel op de bougie (fig. 10).
2.
Hulpstartknop driemaal (3x) indrukken (fig. 10).
Wacht circa twee (2) seconden na elke keer
drukken.
Figuur 10
1. Hulpstartknop
2
3
1
2339
3. Bedieningsstang
grondsnelheid
4. Startkoord
2
1
1344
2. Bougiekabel