Onderhoud van de magnetische codeerder
De kop van de magnetische encoder vereist regelmatig onderhoud om de volledigheid te verzekeren van de gecodeerde gegevens op de kaarten.
De reiniging van de magnetische encoder gebeurt wanneer de printer een geavanceerde reinigingscyclus ondergaat met de vooraf gedrenkte
T-vormige kaarten (zie het hoofdstuk 'Onderhoud' van deze handleiding voor meer informatie).
Door de onderhoudskaart herhaaldelijk door de printer te laten lopen, worden de kaarttransportrollen en de lees- en schrijfkop van de magnetische
codeerder gereinigd.
Als het lees- en schrijfproces tussen twee reinigingssessies van de printer mislukt bij meer dan een kaart, is het raadzaam om handmatig een
ZENIUS
geavanceerde reinigingssessie van de printer te starten (zie het hoofdstuk Onderhoud van deze handleiding voor de te volgen procedure).
ISO 7811-normen voor magnetische codering
Tracknummer
TRACK 1
TRACK 2
TRACK 3
Dot(s) per inch
1
2
Behalve het vraagteken '?'
Omvat de tekens Start, Stop en LRC. Deze tekens worden automatisch gegenereerd door de magnetische codeerder
3
Scheidingsteken
Trackdichtheid
^
210 dpi
=
75 dpi
=
210 dpi
Soort tekens
Alfanumeriek
1
(ASCII 32-95)
Numeriek
1
(ASCII 48-62)
Numeriek
1
(ASCII 48-62)
Aantal tekens
79
3
2
40
3
2
107
3
2
55