Restrisico's
Bij een slechte werking van het toestel moet de stroomvoorziening worden afgesloten en moet de uitlaatafsluiter zo nodig worden gesloten. Om de controle en
het onderhoud te vergemakkelijken, is het raadzaam de inlaatafsluiter van het toestel te sluiten, zodat het kan afkoelen. Controleer in dat geval of het debiet in de
verschillende circulatiepompen van de installatie toereikend is. Indien een cyclus (reiniging, toevoeging van additieven of controle van sensoren) bezig is en die moet
worden onderbroken, reset het toestel dan. Daarmee worden alle aanwezige alarmen en storingen gewist en worden de voor de filtering vereiste drukwaarden
hersteld. Om de bedrijfscondities te herstellen, moet gewacht worden tot de juiste commutatie van de afsluiters heeft plaatsgevonden en het toestel eventueel is
gevuld.
Gezien de verschillende factoren die mogelijk gevaar opleveren (hoge temperatuur van het water en van oppervlakken, elektrische spanning, het grote gewicht van het
toestel, mogelijk giftige en niet-drinkbare vloeistoffen), moeten alle werkzaamheden worden uitgevoerd door gekwalificeerd technisch personeel volgens de geldende
wet- en regelgeving, waarbij maximale aandacht moet zijn voor de verrichte werkzaamheden en de staat van het toestel. Tijdens het transport en de verplaatsing van
het toestel kunnen een aantal dichtingen en de moeren van de poten gaan loszitten. Voer een visuele controle uit en controleer of de moeren van de poten van het
toestel zijn vastgedraaid met een koppel van 25 Nm. De moeren en bouten die voor de bevestiging van de poten gebruikt worden, mogen niet worden verwijderd. De
bevestigingsbouten van het deksel mogen niet worden verwijderd of losgedraaid.
Let op tijdens het aftappen en/of het onderhoud. Indien de druk niet goed wordt weggenomen, kan een deel van de nog aanwezige
vloeistof wegspuiten. Draag daarom een beschermend masker, handschoenen en beschermingsmiddelen die de ogen, de huid en
lichaamsdelen beschermen tegen contact met hete en/of agressieve vloeistoffen. Draag tijdens de verplaatsing, de installatie en het
onderhoud veiligheidshandschoenen.
Controleer altijd of de isolatie aanwezig is en goed is aangebracht. Indien de isolatie ontbreekt, werk dan niet met warm water. Controleer altijd of
de afscherming van de as van de reductiemotor aanwezig is en correct is aangebracht. Indien deze afscherming ontbreekt, start dan niet met de
cycli voor de reiniging en de toevoeging van additieven en gebruik de motor niet.
Open de centrale nooit zonder eerst de stroomvoorziening te hebben afgesloten met een daarvoor geschikte inrichting. Het toestel mag geen
stroom ontvangen als de centrale of een van de onderdelen ervan geopend zijn en/of onbeschermd zijn tegen contact met onder spanning staande
onderdelen.
Om problemen en schade of letsel te voorkomen, moeten altijd beschermingsmiddelen gebruikt worden die in alle gebruiksomstandigheden voldoende bescherming
bieden tegen de door de fabrikant verklaarde maximum drukwaarden en minimum en maximum temperaturen tijdens de werking. Het toestel mag niet in contact
met of in de buurt van warmtebronnen en/of mogelijk brandbare stoffen worden geïnstalleerd. Houd een vrije ruimte van minimaal 50 cm rondom het toestel aan.
Onderhoud mag uitsluitend door gekwalificeerd technisch personeel worden uitgevoerd. Alvorens aan het toestel te gaan werken, moeten alle nodige maatregelen
worden getroffen om het toestel en alle onderdelen ervan, veilig te stellen. Deze veilige omstandigheden moeten in stand worden gehouden tot het toestel weer
in gebruik wordt gesteld. Daarbij moeten alle mogelijke gevaren in aanmerking worden genomen, waaronder elektrische gevaren (schok, wegschietend gloeiend
materiaal, enz.), brandgevaren (brandwonden), mechanische gevaren (schaafwonden, kneuzingen, enz.), chemische gevaren van gebruikte vloeistoffen en met
vloeistoffen samenhangende gevaren (overstromingen, enz.).
17 Aansprakelijkheid van de fabrikant en garantie
Ten aanzien van de inhoud van deze handleiding wijst de vennootschap Caleffi S.p.A. iedere aansprakelijkheid af in geval van:
• gebruik van het filter strijdig met nationale wetten inzake veiligheid en ongevallen;
• het niet of verkeerd in acht nemen van de aanwijzingen in deze handleiding;
• niet goedgekeurde aanpassingen van het filter;
• gebruik door ongetraind of onbevoegd personeel;
• overschrijding van de gebruikslimieten of aanwijzingen die in deze handleiding worden genoemd;
• geen of onvoldoende onderhoud;
• gebruik van niet-originele of niet door de fabrikant goedgekeurde vervangingsonderdelen;
• oneigenlijk gebruik of gebruik anders dan uitdrukkelijk in deze handleiding is beschreven;
• installatie-, ingebruikstellings- of onderhoudswerkzaamheden die niet volgens de aanwijzingen in deze handleiding of door ongekwalificeerd of onvoldoende getraind
personeel zijn uitgevoerd;
• problemen met betrekking tot de installatie waarin het toestel wordt geïnstalleerd of tot een verkeerd ontwerp van de installatie zelf;
• transport of opslag waarbij niet is voldaan aan de plaatselijke wet- en regelgeving op het gebied van veiligheid of de aanwijzingen in deze handleiding niet zijn opgevolgd.
LET OP De aanwijzingen in deze handleiding zijn geen vervanging maar een samenvatting van de verplichtingen om de geldende wetgeving inzake veiligheid en ongevallen
in acht te nemen.
De garantie is geldig indien:
- de inwerkingstelling correct is uitgevoerd, zoals in de betreffende handleiding wordt beschreven;
- aan de in de betreffende handleiding beschreven gebruiksvoorwaarden is voldaan.
De garantie vervalt indien:
• niet aan de hiervoor beschreven punten is voldaan;
• de kenmerken van de installatie niet overeenkomen met de in de betreffende handleiding beschreven kenmerken;
• het product door externe oorzaken is beschadigd;
• het product in een ongeschikte omgeving is geïnstalleerd;
• niet-goedgekeurde aanpassingen zijn gedaan;
• niet-originele vervangingsonderdelen worden gemonteerd;
• de volledige of gedeeltelijke beschadiging of verwijdering van het CE-etiket automatisch tot het vervallen van iedere vorm van garantie leidt;
• het toestel gebruikt wordt voor een ander doel dan uitdrukkelijk in de handleiding wordt beschreven;
• het toestel gebruikt wordt met andere dan voor het gebruik gespecificeerde vloeistoffen, additieven of stoffen of bij een temperatuur en druk buiten de verklaarde limieten;
• de contacten en ingangen anders elektrisch worden belast dan wordt aangegeven;
• de installatie niet volgens de regels van goed vakmanschap is uitgevoerd en de vereiste elektrische en hydraulische beschermingssystemen niet zijn geïnstalleerd en
onderhouden;
• de installatie in een ongeschikte ruimte plaatsvindt waar niet de benodigde voorzieningen aanwezig zijn om schade te voorkomen in het geval van vloeistoflekkage tijdens
het onderhoud of veroorzaakt door bijzondere oorzaken, ongevallen, rampen en onvoorziene of niet-controleerbare gebeurtenissen, zoals aardbevingen, overstromingen,
oorlogen enzovoorts.
Eventuele geschillen zullen worden voorgelegd aan de rechtbank van Novara, Italië.
23