Bedrading
• Instrumenten met geïntegreerde overspanningsbeveiliging moeten worden geaard.
• Beveiligingscircuits tegen omgekeerde polariteit, HF-interferentie en overspanningspieken
zijn geïnstalleerd.
• De voedingsspanning moet overeenkomen met hetgeen vermeld op de typeplaat. (→ ä 11,
hoofdstuk 3.2.1 "Typeplaat".)
• Schakel de voedingsspanning uit voor aansluiten van het instrument.
• Verwijder de deksel van het klemmencompartiment.
• Leid de kabel door de kabelwartel. → Voor kabelspecificatie → ä 24, hoofdstuk 5.2.4.
• Sluit het instrument aan conform het volgende diagram.
• Schroef het deksel vast.
• Schakel de voedingsspanning in.
➀
PA
➁
Fig. 5: Elektrische aansluiting van PROFIBUS PA
→
zie hoofdstuk 5.2.1 "Voedingsspanning", pagina 23.
1
Behuizing
3
Interne aardklem
3
Externe aardklem
4
Voedingsspanning, voor uitvoeringen in explosieveilige omgeving = 9...32 V DC
5
Instrumenten met geïntegreerde overspanningsbeveiliging zijn hier gemarkeerd OVP (overspanningsbeveiliging).
22
PA
➂
Deltabar S PROFIBUS PA
➃
PA
PA
P01-xMx7xxxx-04-xx-xx-xx-008
Endress+Hauser
➄