Normaal kopiëren
• Raadpleeg de handleiding
"Kopiëren" op pagina 240) voor speciale afdrukfuncties.
• De toegang tot menu's kan verschillen van model to model (zie
"Menuoverzicht" op pagina 33
bedieningspaneel" op pagina 23).
16
Normaal kopiëren
1
Selecteer
(kopiëren) >
configuratiescherm. Of selecteer
op het bedieningspaneel.
OF
Selecteer op het model met aanraakscherm
Normaal kopiëren.
2
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op
pagina 63).
Handleiding Geavanceerd (zie
of
"Overzicht van het
(Menu) > Kopieerfunctie op het
(Menu) > Kopieerfunctie
(Kopiëren) >
3
Om de kopieerinstellingen, zoals onder meer Verkl./vergr.,
Tonersterkte, Origineel, aan te passen via de knoppen op het
bedieningspaneel (zie "De instellingen per kopie wijzigen" op pagina
74).
Druk op het model met een aanraakscherm op
voor opties) > selecteer de gewenste optie >
4
Voer indien nodig het aantal kopieën in met behulp van de pijl of het
numeriek toetsenblok.
5
Druk op
(Start).
Als u de kopieertaak om de een of andere reden wilt annuleren terwijl
deze wordt uitgevoerd, drukt u op de knop
kopieertaak wordt dan gestopt.
17
De instellingen per kopie wijzigen
Het apparaat beschikt over standaardinstellingen voor kopiëren zodat u
snel en gemakkelijk een kopie kunt maken.
(Instellingen
(terug).
(Stop of Stop/Clear). De
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
74