Basisfuncties voor faxen
3
Druk op de knop
(Stop of Stop/Clear) of op het home-pictogram
(
) om terug te keren naar de stand-bymodus.
Tonersterkte
U kunt de helderheid van het originele document selecteren.
De ingestelde helderheid geldt voor de huidige faxtaak. Voor het
aanpassen van de standaardinstellingen (zie"Faxen" op pagina 247).
1
Selecteer
(faxen) >
op het bedieningspaneel.
OF
Selecteer op het model met aanraakscherm
(Instellingen voor opties) > Tonersterkte op het aanraakscherm.
2
Selecteer de gewenste tonerinstelling.
Selecteer op het model met aanraakscherm met de pijlen de
gewenste optie en ga naar stap 4. Druk op
vorige scherm terug te keren.
3
Druk op de knop
(Stop of Stop/Clear) of op het home-pictogram
(
) om terug te keren naar de gereedmodus.
(Menu) > Faxfunctie > Tonersterkte
(Fax) >
(Terug) om naar het
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
87