Basisfuncties voor faxen
1
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op
pagina 63).
2
Selecteer
(faxen) op het bedieningspaneel.
OF
Selecteer op het model met aanraakscherm
vanuit het geheugen > Volg. op het aanraakscherm.
3
Stel de gewenste resolutie en helderheid in voor uw fax (zie "De
documentinstellingen aanpassen" op pagina 85).
Druk op het model met aanraakscherm op
opties) > selecteer met de pijlen de gewenste optie >
Volg. op het aanraakscherm.
Voer het gewenste faxnummer in met behulp van het numerieke
4
toetsenbord op het bedieningspaneel (zie "Informatie over het
toetsenbord" op pagina 284).
Druk op het model met aanraakscherm op Dir. invoer of Faxlijst >
voer het gewenste faxnummer in met het numerieke toetsenbord op
het aanraakscherm.
5
(Fax)> Verzenden
(Instellingen voor
(Terug) >
Een fax handmatig verzenden
Voer de volgende stappen uit om een fax te verzenden met
Dial) op het configuratiescherm.
Druk op
(Start) op het bedieningspaneel.
Druk op het model met aanraakscherm op Send op het
aanraakscherm.
Het document wordt gescand en naar de bestemmingen gefaxt.
• Met
Samsung Network PC Fax kunt u de fax rechtstreeks vanaf uw
computer verzenden (zie
"Een fax met uw computer verzenden" op
pagina 325).
• Als u een faxtaak wilt annuleren, drukt u op
voordat het apparaat begint met verzenden.
• Als u een fax verzendt vanaf de glasplaat van de scanner, verschijnt
er een bericht waarin u wordt gevraagd een volgende pagina in te
voeren.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
(Stop of
Stop/Clear)
(On Hook
83