Instellingen van netwerkadapter en geluidskaart
Als u een geluidskaart hebt geïnstalleerd:
1 Ga naar System Setup (zie "System Setup openen" op pagina 180), selecteer Integrated Audio
Controller en wijzig de instelling in Off.
2 Sluit externe audioapparaten aan op de connectoren van de geluidskaart. Sluit geen externe apparaten
aan op de microfoon-, speaker/hoofdtelefoon- of line-in-connectoren op het achterpaneel.
Indien u een geluidskaart hebt verwijderd:
1 Ga naar System Setup (zie "System Setup openen" op pagina 180), selecteer Integrated Audio
Controller en wijzig de instelling in On.
2 Sluit externe audioapparaten aan op de audioconnectoren op het achterpaneel van de computer.
Volg onderstaande instructies wanneer u een netwerkadapter hebt geïnstalleerd en de geïntegreerde
netwerkadapter wilt uitschakelen:
1 Ga naar System Setup (zie "System Setup openen" op pagina 180), selecteer Integrated NIC
Controller en wijzig de instelling in Off.
2 Sluit de netwerkkabel aan op de connectoren van de nieuwe netwerkadapter. Sluit de netwerkkabel
niet aan op de geïntegreerde connector op het achterpaneel.
Indien u een ingebouwde netwerkconnector hebt verwijderd:
1 Ga naar System Setup (zie "System Setup openen" op pagina 180), selecteer Integrated NIC
Controller en wijzig de instelling in On.
2 Sluit de netwerkkabel aan op de geïntegreerde connector op het achterpaneel van de computer.
116
Onderdelen verwijderen en installeren