Het moederbord plaatsen
KENNISGEVING:
Het moederbord en de metalen ondergrond zijn op elkaar aangesloten en worden als één
geheel geplaatst.
KENNISGEVING:
Als u het moederbord vervangt, vergelijkt u het vervangende moederbord met het bestaande
moederbord om te controleren of u over het juiste onderdeel beschikt.
OPMERKING:
Bepaalde onderdelen en connectoren kunnen zich op een vervangend moederbord op andere
plaatsen bevinden dan de overeenkomstige connectoren op het bestaande moederbord.
OPMERKING:
Jumperinstellingen op vervangende moederborden zijn vooraf ingesteld door de fabrikant.
1 Plaats de onderdelen van het bestaande moederbord indien van toepassing op het nieuwe moederbord.
2 Bepaal de juiste plaatsing van de moederbordeenheid door de inkepingen op de onderzijde van het
moederbord uit te lijnen met de lipjes op de computer.
3 Schuif de moederbordeenheid naar de achterzijde van de computer totdat de moederbordeenheid
op zijn plaats klikt.
4 Breng de twee schroeven aan om de moederbordeenheid aan het chassis te bevestigen.
5 Breng de schroefgaten op de kaartventilatoreenheid op één lijn met de schroefgaten op de
moederbordeenheid en bevestig de twee schroeven om de kaartventilatoreenheid te bevestigen.
6 Sluit de ventilatorkabel aan op de FAN_CAGE-connector op het moederbord (zie "Componenten
op moederbord" op pagina 97).
7 Plaats eventuele verwijderde uitbreidingskaarten terug (zie "PCI- en PCI Express-kaarten plaatsen"
op pagina 106).
8 Breng alle onderdelen weer aan die u van het moederbord hebt verwijderd.
9 Sluit alle kabels weer aan op het moederbord.
10 Plaats de computerkap terug (zie "De computerkap terugplaatsen" op pagina 173).
KENNISGEVING:
Wanneer u een netwerkkabel aansluit, dient u deze eerst op de netwerkpoort of het netwerkap-
paraat en vervolgens op de computer aan te sluiten.
11 Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet ze vervolgens aan.
12 Voer indien nodig een "flash" van het systeem-BIOS uit.
OPMERKING:
Zie support.dell.com voor meer informatie over het flashen van het systeem-BIOS.
Onderdelen verwijderen en installeren
153