4
x
Montage en installatie
4.8.4 Gasvoorinstelling controleren
● Beschikbare gassoort met de ingestelde positie van de
instelschroef aan het veiligheids-gasregelblok (afb. 4-44,
pos. 3.1) vergelijken.
– 1 = aardgas
– 2 = vloeibaar gas
De gassoort moet overeenstemmen.
Als de brander niet op de beschikbare gassoort is inge-
steld moet hij naar de nieuwe gassoort omgeschakeld
(afb. 4-45) en gekenmerkt worden (zie hfst. 7.3).
Een omschakeling van de gassoort moet ook in de
regeling aangepast worden. Neem de meegeleverde
handleiding van de regeling in acht!
Instelschroef gassoort
3.1
Dompelspoel
3.2
Meetaansluiting IN – ingangs-gasdruk
3.3
Gas-vermelding
3.4
Gas-magneetklep
3.5
Voeding gas-magneetklep
3.6
Voeding dompelspoel
3.7
Afb. 4-44 Veiligheidsgasregelblok
Afb. 4-45 Instelling gassoort
Installatie- en onderhoudshandleiding
42
Ingangs-gasdruk controleren
● Schroef in de meetaansluiting ingangs-gasdruk (afb. 4-44,
pos. 3.3) een halve slaglinksom draaien.
● Gasleiding deskundig ontluchten.
● Meetslang van het drukmeettoestel op de meetaansluiting
ingangs-gasdruk (afb. 4-44, pos. 3.3) steken.
● Ingangs-gasdruk controleren.
Als de ingangsdruk van het gas buiten het toegestane
bereik ligt (tab. 12-6) moet dit aan het verantwoordelijke
gasbedrijf doorgegeven worden.
Bij vloeibaar gas: drukreductor controleren of brander op
de toegestande gas-ingangsdruk instellen (zie hfst. 7).
Deze aanpassing moet door een passende sticker inzake
branderinstelling en door vermelding op het typeplaatje
met instellingen (afb. 3-2 / afb. 3-5, pos. 33) duidelijk wor-
den gemaakt.
4.9 Installatie vullen
Daikin GCU compact pas na afloop van de installatiewerkzaam-
heden in de hierna vermelde volgorde vullen.
4.9.1 Waterkwaliteit controleren en manometer
afstellen
● Aanwijzingen voor de wateraansluiting (zie hfst. 4.6) en voor
de waterkwaliteit (zie hfst. 1.2.5) in acht nemen.
● Mechanische manometer (door installateur gemonteerd
conform hfst. 4.6.2 of tijdelijk geïnstalleerd met vulslang)
afstellen.
● Manometerglas zodanig draaien dat de markering van de
minimumdruk overeenkomt met de hoogte van de instal-
latie + 2 m (een waterkolom van 1 m komt overeen met
0,1 bar).
4.9.2 Warmwater warmtewisselaar vullen
● Koudwaterkraan openen.
● Aftapplaatsen voor warm water openen, zodat een zo groot
mogelijke aftaphoeveelheid kan worden ingesteld.
● Nadat water bij de aftapplaatsen naar buiten stroomt, de
koudwatertoevoer nog niet onderbreken, zodat de warmte-
wisselaar volledig wordt ontlucht en eventuele verontreini-
gingen of resten kunnen worden afgevoerd.
4.9.3 Boiler vullen
Zie hfst. 9.2.4.
4.9.4 Verwarmingsinstallatie vullen
Zie hfst. 9.2.5.
Daikin GCU compact
Daikin Gas Combi Unit
008.1543899_00 – 06/2017 – NL